Dutch
Detailed Translations for slap hangen from Dutch to Spanish
slap hangen:
-
slap hangen (er slap bijhangen)
Conjugations for slap hangen:
o.t.t.
- hang slap
- hangt slap
- hangt slap
- hangen slap
- hangen slap
- hangen slap
o.v.t.
- hing slap
- hing slap
- hing slap
- hingen slap
- hingen slap
- hingen slap
v.t.t.
- heb slap gehangen
- hebt slap gehangen
- heeft slap gehangen
- hebben slap gehangen
- hebben slap gehangen
- hebben slap gehangen
v.v.t.
- had slap gehangen
- had slap gehangen
- had slap gehangen
- hadden slap gehangen
- hadden slap gehangen
- hadden slap gehangen
o.t.t.t.
- zal slap hangen
- zult slap hangen
- zal slap hangen
- zullen slap hangen
- zullen slap hangen
- zullen slap hangen
o.v.t.t.
- zou slap hangen
- zou slap hangen
- zou slap hangen
- zouden slap hangen
- zouden slap hangen
- zouden slap hangen
en verder
- ben slap gehangen
- bent slap gehangen
- is slap gehangen
- zijn slap gehangen
- zijn slap gehangen
- zijn slap gehangen
diversen
- hang slap !
- hangt slap !
- slap gehangen
- slap hangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for slap hangen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
farfullar | er slap bijhangen; slap hangen | aanmodderen; aanrommelen; aanrotzooien; bazelen; broddelen; frommelen; knoeien; lallen; mompelen; murmelen; murmeren; prutsen; raffelen; rommelen; rotzooien; scharrelen; wauwelen |
quedar ancho | er slap bijhangen; slap hangen | |
quedar holgado | er slap bijhangen; slap hangen |