Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. smakeloosheid:
  2. smakeloos:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for smakeloosheid from Dutch to Spanish

smakeloosheid:

smakeloosheid [de ~ (v)] nomen

  1. de smakeloosheid (wansmaak)
    el mal gusto

Translation Matrix for smakeloosheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
mal gusto smakeloosheid; wansmaak flauwheid; zonder veel smaak

Related Words for "smakeloosheid":


smakeloosheid form of smakeloos:


Translation Matrix for smakeloos:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
con poca sal flauw; smakeloos; zonder smaak zouteloos
de mal gusto smakeloos; stijlloos kitscherig
insípido flauw; smakeloos; zonder smaak afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf; zouteloos
pobre de sal flauw; smakeloos; zonder smaak
sin gusto smakeloos; stijlloos
sin sabor flauw; smakeloos; zonder smaak zouteloos
sin sal flauw; smakeloos; zonder smaak eerlijk; fideel; flauw; laf; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig; zonder zout; zouteloos; zoutloos
soso flauw; smakeloos; zonder smaak afgezaagd; bleek; daas; dof; eentonig; flauw; flets; geesteloos; mat; melig; monotoon; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; saai; slaapverwekkend; soezerig; suf; verschaald; verschoten; versuft; vervelend; zouteloos

Related Words for "smakeloos":


Wiktionary Translations for smakeloos:


Cross Translation:
FromToVia
smakeloos insípido insipid — unappetizingly flavorless
smakeloos insípido tasteless — having no flavour
smakeloos hortera tawdry — gaudy
smakeloos vulgar vulgar — obscene
smakeloos insulso; insípido; soso insipide — Sans saveur, sans goût.