Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. solozangen:
  2. solozang:


Dutch

Detailed Translations for solozangen from Dutch to Spanish

solozangen:

solozangen [de ~] nomen, plural

  1. de solozangen
    el cantos solista

Translation Matrix for solozangen:

NounRelated TranslationsOther Translations
cantos solista solozangen

Related Words for "solozangen":


solozangen form of solozang:

solozang [de ~ (m)] nomen

  1. de solozang
    el solo; la parte del solo
  2. de solozang
    el canto solista

Translation Matrix for solozang:

NounRelated TranslationsOther Translations
canto solista solozang
parte del solo solozang solodeel
solo solozang alleenzang; solo; solodeel; solopartij; solospel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
solo afzonderlijk; alleenstaand; apart; een; eentje; enkel; enkelvoudig; gescheiden; losstaand; onafhankelijk; op zich; op zichzelf; op zichzelf staand; separaat; single; vereenzaamd; vrijstaand

Related Words for "solozang":