Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate speling

Translate speling from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

speling:
- margen; diferencia; desviación; divergencia

Dutch

Detailed Translations for speling from Dutch to Spanish

speling:

speling [de ~ (v)] nomen

de speling (marge; speelruimte)
el margen; la diferencia; la desviación; la divergencia
- margen [el ~] nomen
- diferencia [la ~] nomen
- desviación [la ~] nomen
- divergencia [la ~] nomen

Translation Matrix for speling:

Noun	Related Translations	Other Translations
desviación	marge; speelruimte; speling	afdwalen; afdwaling; aftakking; afwijking; driesprong; dwaling; kruising; kruising van straten; kruispunt; omleiding; omleidingsweg; scheefheid; scheefte; schuinheid; schuinte; splitsing; vertakking; wegkruising; wegomlegging; wegsplitsing
diferencia	marge; speelruimte; speling	geschil; kwestie; onderscheid; onenigheid; ruzie; schelen; twist; verschil; verschillen; verschillendheid
divergencia	marge; speelruimte; speling	onderscheid; schelen; uitwijking; verschil; verschillen; verschillendheid
margen	marge; speelruimte; speling	afdrukmarge; kant; kantlijn; marge; paginamarge; rand; vrije ruimte; winstmarge; zij; zijde; zoom

Related Words for "speling":

spelingen