Dutch
Detailed Translations for splitten from Dutch to Spanish
splitten:
Translation Matrix for splitten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
dividir | splitten | splitsen |
Verb | Related Translations | Other Translations |
dividir | afscheiden; afsplitsen; afzonderen; distribueren; kapot scheuren; kleinmaken; loskoppelen; ronddelen; scheiden; separeren; splitsen; uit elkaar halen; uiteengaan; uiteenhalen; uitreiken; uitsplitsen; verdelen; verscheuren |
Related Words for "splitten":
splitten form of split:
-
het split (insnijding)
-
het split (inkeping; kloof; reet; uitsparing; gat; opening; scheur; barst; groef)
-
het split (steengruis; macadam; mortel; puin; metselspecie; steenslag; gruis; bik)
-
het split (metselspecie; mortel; specie; bik; macadam; puin; gruis; steenslag; steengruis)
Translation Matrix for split:
Related Words for "split":
External Machine Translations: