Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. standwerker:


Dutch

Detailed Translations for standwerker from Dutch to Spanish

standwerker:

standwerker [de ~ (m)] nomen

  1. de standwerker
    el charlatán

Translation Matrix for standwerker:

NounRelated TranslationsOther Translations
charlatán standwerker babbelaar; beunhaas; bluffer; charlatan; dikdoener; hannes; hol vat; keutelaar; klep; kletser; kletskop; kletskous; kletsmajoor; knoeier; kwakzalver; kwebbel; leeg vat; leuteraar; leuterkous; opschepper; opscheppers; ouwehoer; pocher; praatjesmakers; prutser; rommelaar; sijsjeslijmer; slak; snoever; snoevers; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; windbuil; windbuilen; wonderdokter; zwammer; zwamneus; zwetser

Related Words for "standwerker":

  • standwerkers