Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. stijging:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stijging from Dutch to Spanish

stijging:

stijging [de ~ (v)] nomen

  1. de stijging (opstijgen; stijgen; omhoogkomen; klimmen)
    el alza; el aumento; el crecimiento; el incremento; el despegue
  2. de stijging (toename; verhoging; vermedevuldigen; )
    el incremento; la subida; la expansión; el crecimiento; el aumento; la crecida

stijging

  1. stijging (sprong)

Translation Matrix for stijging:

NounRelated TranslationsOther Translations
alza klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging opstijging
ascenso beklimming; bestijging; klim; opklimmen; stijgen
aumento aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking aanvulling; bijbetaling; cumuleren; expansie; gezwel; groei; knobbel; opaarden; opeenhopen; ophopen; opstapelen; stapelen; toename; toename voorraad; tumor; uitbreiding; uitvergroting; uitzetting; vergroting; verhogen; verhogen van de waarde
crecida aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking aangroeiing; aanwas; vermeerdering
crecimiento aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking bloei; bloeiperiode; expansie; gezwel; groei; knobbel; ontplooiing; ontwikkeling; opbloei; toename; tot bloei komen; tumor; uitbreiding; vooruitgang; vordering; wasdom
despegue klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging opstijging
expansión aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking aanbouw; aanvulling; expansie; explosie; groei; toename; uitbouw; uitbreiding; uitlegging; uitspreiding; uitwijzing; uitzetting; verbreiding; vergroting
incremento aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking toename; vooruitgang; vordering
subida aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking beklimming; bestijging; bijbetaling; inrit; klim; oprijlaan; oprit; opstijging; rijzing; toename; vooruitgang; vordering
OtherRelated TranslationsOther Translations
ascenso sprong; stijging
aumento sprong; stijging

Related Words for "stijging":

  • stijgingen

Wiktionary Translations for stijging:


Cross Translation:
FromToVia
stijging ascenso ascent — act of ascending; motion upwards
stijging elevación ascent — degree of elevation of an object, or the angle it makes with a horizontal line