Dutch

Detailed Translations for stoeten from Dutch to Spanish

stoeten:

stoeten [de ~] nomen, plural

  1. de stoeten (optochten; processies; omgangen)
    la procesiones; el desfiles

Translation Matrix for stoeten:

NounRelated TranslationsOther Translations
desfiles omgangen; optochten; processies; stoeten
procesiones omgangen; optochten; processies; stoeten het omgaan; omgang; processies

Related Words for "stoeten":


stoet:

stoet [de ~ (m)] nomen

  1. de stoet (geleide; escorte; volgstoet)
    el convoy; la escolta
  2. de stoet (optocht)
    la marcha; la multitud; la ceremonia; la formalidad
  3. de stoet (processie; staatsie)
    la procesión; el cortejo; la marcha; el desfile; la multitud; el protocolo; la pompa; el séquito; la comitiva; la ceremonia; la formalidad; la pomposidad; la visita oficial

Translation Matrix for stoet:

NounRelated TranslationsOther Translations
ceremonia optocht; processie; staatsie; stoet beleefdheidsbetuiging; ceremonie; ceremonieel; feest; feestelijkheid; festiviteit; omhaal; plechtige optocht; plechtigheid; plichtpleging; protocol; staatsie; viering
comitiva processie; staatsie; stoet
convoy escorte; geleide; stoet; volgstoet konvooi; treinstel
cortejo processie; staatsie; stoet
desfile processie; staatsie; stoet defilé; parade
escolta escorte; geleide; stoet; volgstoet autorisatie; begeleiding; escorte; fiat; machtiging; supervisie; toestemming; vergezellen; volmacht; vrijbrief
formalidad optocht; processie; staatsie; stoet beleefdheidsbetuiging; ceremonie; formaliteit; gedragenheid; hamerstuk; omhaal; plechtigheid; plechtstatigheid; plichtpleging; protocol; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid
marcha optocht; processie; staatsie; stoet actie; beloop; beweging; ceremonie; doorgang; doorloop; doping; gang; gangpad; gebaar; gehaastheid; gezwindheid; haast; haastigheid; heengaan; ijl; lichaamsbeweging; omhaal; opmars; overijling; passage; pep; pepmiddel; plechtigheid; plichtpleging; protestbijeenkomst; publieke betoging; rapheid; rapiditeit; rijsnelheid; ronde; schielijkheid; snelheid; spoed; tempo; tournee; vaart; vertrekken; vliegreis; vliegtocht; vlotheid; vlucht; vlugheid; voortgang; wandelsport
multitud optocht; processie; staatsie; stoet aardig wat; bende; berg; drom; drukte; groep mensen; grote menigte; hoop; horde; kluit; kudde; massa; menigte; mensenmassa; schaar; schare; toeloop; troep; veel mensen
pompa processie; staatsie; stoet branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; gepraal; glans; grootspraak; luister; opschepperij; praal; praalzucht; pracht; pronk; snoeverij; uiterlijk vertoon
pomposidad processie; staatsie; stoet bombast; gewichtigdoenerij; gewichtigheid; gezwollenheid; hoogdravendheid; pompeusheid; weidsheid
procesión processie; staatsie; stoet ceremonie; geslachtsgemeenschap; omgang; omhaal; ommegang; plechtigheid; plichtpleging; verkeer
protocolo processie; staatsie; stoet ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; protocol
séquito processie; staatsie; stoet ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; sleep
visita oficial processie; staatsie; stoet ceremonie; officieel bezoek; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; staatsbezoek; staatsiebezoek

Related Words for "stoet":


Wiktionary Translations for stoet:

stoet
noun
  1. een in een lange rij optrekkende groep mensen of dieren

Cross Translation:
FromToVia
stoet procesión procession — group of people or thing moving along in an orderly manner