Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. teder:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for teder from Dutch to Spanish

teder:


Translation Matrix for teder:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
delicado breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak angstig voor pijn; benard; benauwd; delicaat; dun; elegant; ernstig; fijn; fijn van smaak; fijnbesnaard; fijngebouwd; fijngevoelig; fijntjes; fijnzinnig; gammel; gracieus; hachelijk; kleinzerig; krakkemikkig; kritiek; kwetsbaar; lastig; lastige; lichtgebouwd; netelig; onprettig; penibel; precair; rank; sierlijk; slank; slap; subtiel; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; verfijnd; wankel; zorgelijk; zorgwekkend; zwak
frágil breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak bleekjes; breekbaar; broos; bros; dun; fijn; fijngebouwd; fragiel; gammel; geen vet op de botten hebbende; iel; krakkemikkig; kwetsbaar; lichtgebouwd; mager; pips; rank; schraal; schriel; slank; slap; slapjes; teer; tenger; wankel; wee; wrak; ziekelijk; zwak

Related Words for "teder":


Wiktionary Translations for teder:

teder
adjective
  1. zacht, delicaat, liefdevol

Cross Translation:
FromToVia
teder amoroso; cariñoso liebevoll — voller Liebe, Zuneigung zu jemandem
teder fino; delicado; exquisito délicat — Qui est d’une très grande finesse, très délié.