Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. tederheid:
  2. teder:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tederheid from Dutch to Spanish

tederheid:

tederheid [de ~ (v)] nomen

  1. de tederheid (zachtheid; liefkozing; gevoeligheid; innigheid; hartelijkheid)
    la suavidad; la ternura; la dulzura; el cariño; la afición; el amor; el apasionamiento

Translation Matrix for tederheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
afición gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid dilettantisme; genegenheid; innigheid; liefde; liefhebberij; tijdverdrijf
amor gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid aandrift; beminde; drift; duifje; geliefde; genegenheid; gezel; hartje; hartsvriendin; innigheid; instinct; kameraadje; liefde; liefje; liefste; lieve; maatje; minnares; poepje; scharreltje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin; vriendinnetje
apasionamiento gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid aandrift; drift; enthousiasme; gedrevenheid; instinct
cariño gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid beminde; dot; duifje; geliefde; genegenheid; gezelschapsdier; innigheid; kindlief; lekkertje; liefde; liefje; liefste; lieve; poepje; scharreltje; schat; schatje; schattebout; schatteboutje; schattig kind; scheetje; snoes; snoezepoes; toegenegenheid; troetel; vriendin; vriendinnetje; vrouwlief
dulzura gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid clementie; compassie; goedaardigheid; goedertierenheid; goedheid; goedigheid; goedmoedigheid; lekkers; liefheid; mildheid; snoepgoed; snoepjes; toegevendheid; tolerantie; verdraagzaamheid; welwillendheid; zachtaardigheid; zoetheid; zoetigheid
suavidad gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid bijstand; clementie; compassie; goedaardigheid; goedertierenheid; hulp; liefheid; maatschappelijke hulpverlening; mildheid; ondersteuning; steun; welwillendheid; zoetheid
ternura gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid aandoenlijkheid; clementie; compassie; genegenheid; gevoeligheid; goedaardigheid; goedertierenheid; innigheid; liefde; mildheid; welwillendheid; zachtaardigheid

Related Words for "tederheid":


Wiktionary Translations for tederheid:

tederheid
noun
  1. het teder zijn

Cross Translation:
FromToVia
tederheid ternura tendresse — Qualité de ce qui est tendre.

teder:


Translation Matrix for teder:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
delicado breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak angstig voor pijn; benard; benauwd; delicaat; dun; elegant; ernstig; fijn; fijn van smaak; fijnbesnaard; fijngebouwd; fijngevoelig; fijntjes; fijnzinnig; gammel; gracieus; hachelijk; kleinzerig; krakkemikkig; kritiek; kwetsbaar; lastig; lastige; lichtgebouwd; netelig; onprettig; penibel; precair; rank; sierlijk; slank; slap; subtiel; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; verfijnd; wankel; zorgelijk; zorgwekkend; zwak
frágil breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak bleekjes; breekbaar; broos; bros; dun; fijn; fijngebouwd; fragiel; gammel; geen vet op de botten hebbende; iel; krakkemikkig; kwetsbaar; lichtgebouwd; mager; pips; rank; schraal; schriel; slank; slap; slapjes; teer; tenger; wankel; wee; wrak; ziekelijk; zwak

Related Words for "teder":


Wiktionary Translations for teder:

teder
adjective
  1. zacht, delicaat, liefdevol

Cross Translation:
FromToVia
teder amoroso; cariñoso liebevoll — voller Liebe, Zuneigung zu jemandem
teder fino; delicado; exquisito délicat — Qui est d’une très grande finesse, très délié.