Dutch

Detailed Translations for toegangsbewijs from Dutch to Spanish

toegangsbewijs:

toegangsbewijs [het ~] nomen

  1. het toegangsbewijs (ticket; plaatsbewijs; kaart; entreebiljet; kaartje)
    el billete; el ticket; el billete de entrada; la tarjeta de identidad; el carnet; el carnet de identidad; la legitimación; el documento de identidad

Translation Matrix for toegangsbewijs:

NounRelated TranslationsOther Translations
billete entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs bankbiljet; briefje; papiergeld; pasje
billete de entrada entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs pasje
carnet entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs pasje
carnet de identidad entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs identiteitsbewijs; identiteitskaart; legitimatie; legitimatiebewijs; legitimatiekaart; legitimatiepapieren; pasje; persoonsbewijs
documento de identidad entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs identiteitsbewijs; identiteitskaart; legitimatie; legitimatiebewijs; legitimatiekaart; legitimatiepapieren; pasje; persoonsbewijs
legitimación entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs identiteitsbewijs; identiteitskaart; legitimatie; legitimatiebewijs; legitimatiekaart; legitimatiepapieren; legitimiteit; pasje; persoonsbewijs; wettigheid
tarjeta de identidad entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs identiteitsbewijs; identiteitskaart; legitimatie; legitimatiebewijs; legitimatiekaart; legitimatiepapieren; pasje; persoonsbewijs
ticket entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs pasje

Related Words for "toegangsbewijs":

  • toegangsbewijzen

Related Translations for toegangsbewijs