Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. trachten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for trachtten from Dutch to Spanish

trachten:

trachten verb (tracht, trachtte, trachtten, getracht)

  1. trachten (pogen; proberen)

Conjugations for trachten:

o.t.t.
  1. tracht
  2. tracht
  3. tracht
  4. trachten
  5. trachten
  6. trachten
o.v.t.
  1. trachtte
  2. trachtte
  3. trachtte
  4. trachtten
  5. trachtten
  6. trachtten
v.t.t.
  1. heb getracht
  2. hebt getracht
  3. heeft getracht
  4. hebben getracht
  5. hebben getracht
  6. hebben getracht
v.v.t.
  1. had getracht
  2. had getracht
  3. had getracht
  4. hadden getracht
  5. hadden getracht
  6. hadden getracht
o.t.t.t.
  1. zal trachten
  2. zult trachten
  3. zal trachten
  4. zullen trachten
  5. zullen trachten
  6. zullen trachten
o.v.t.t.
  1. zou trachten
  2. zou trachten
  3. zou trachten
  4. zouden trachten
  5. zouden trachten
  6. zouden trachten
en verder
  1. ben getracht
  2. bent getracht
  3. is getracht
  4. zijn getracht
  5. zijn getracht
  6. zijn getracht
diversen
  1. tracht!
  2. trachtt!
  3. getracht
  4. trachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

trachten [znw.] nomen

  1. trachten (proberen)
    el tratar
  2. trachten (beogen; streven; pogen; )
    el ambicionar; el pretender; el aspirar a; el empeñarse en; el apuntar a; el dar forraje

Translation Matrix for trachten:

NounRelated TranslationsOther Translations
ambicionar aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
apuntar a aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten mikken op
aspirar a aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten mikken op
dar forraje aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
empeñarse en aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
pretender aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
tratar proberen; trachten
VerbRelated TranslationsOther Translations
ambicionar ambiëren; begeren; doelen; ijveren; streven; verlangen
apuntar a doelen
aspirar a ambiëren; doelen; ijlen; ijveren; jachten; jagen; jakkeren; mikken op; najagen; nastreven; opschieten; reppen; snellen; spoeden; stressen; streven; streven naar; trachten te verkrijgen; vervolgen; vliegen; zich haasten; zich spoeden
empeñarse en doelen; ijveren; mikken op; streven; streven naar
intentar pogen; proberen; trachten beproeven; betrachten; ijveren; proberen; streven; uitproberen; van plan zijn; voorhebben
pretender aanmatigen; ambiëren; bedoelen; beweren; ergens iets mee willen zeggen; fingeren; huichelen; menen; pretenderen; simuleren; stellen; van mening zijn; veinzen; verklaren; voorgeven; voorwenden; zich verbeelden
tratar pogen; proberen; trachten aanpakken; aanvatten; behandelen; bejegenen; betrachten; iets afhandelen; onder behandeling nemen; onderuithalen; proberen; tekkelen; verzorgen
- pogen; proberen

Synonyms for "trachten":


Related Definitions for "trachten":

  1. er je best voor doen1
    • ik tracht te komen, maar ik weet niet of het lukt1

Wiktionary Translations for trachten:


Cross Translation:
FromToVia
trachten intentar; tratar try — to attempt