Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. versterkend:
  2. versterken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for versterkend from Dutch to Spanish

versterkend:

versterkend adj

  1. versterkend

Translation Matrix for versterkend:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
vigorizante versterkend

Wiktionary Translations for versterkend:


Cross Translation:
FromToVia
versterkend roborativo roboratif — qui redonne des forces

versterken:

versterken verb (versterk, versterkt, versterkte, versterkten, versterkt)

  1. versterken (intensiveren; aanscherpen; toespitsen; verhevigen)
  2. versterken (sterker worden; sterken)

Conjugations for versterken:

o.t.t.
  1. versterk
  2. versterkt
  3. versterkt
  4. versterken
  5. versterken
  6. versterken
o.v.t.
  1. versterkte
  2. versterkte
  3. versterkte
  4. versterkten
  5. versterkten
  6. versterkten
v.t.t.
  1. heb versterkt
  2. hebt versterkt
  3. heeft versterkt
  4. hebben versterkt
  5. hebben versterkt
  6. hebben versterkt
v.v.t.
  1. had versterkt
  2. had versterkt
  3. had versterkt
  4. hadden versterkt
  5. hadden versterkt
  6. hadden versterkt
o.t.t.t.
  1. zal versterken
  2. zult versterken
  3. zal versterken
  4. zullen versterken
  5. zullen versterken
  6. zullen versterken
o.v.t.t.
  1. zou versterken
  2. zou versterken
  3. zou versterken
  4. zouden versterken
  5. zouden versterken
  6. zouden versterken
diversen
  1. versterk!
  2. versterkt!
  3. versterkt
  4. versterkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for versterken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
fortalecer sterken; sterker worden; versterken consolideren; harden; solidair maken; solidariseren; stalen; sterker maken; uitharden; verstevigen
fortalecerse sterken; sterker worden; versterken sterk worden
intensificar aanscherpen; intensiveren; sterken; sterker worden; toespitsen; verhevigen; versterken sterker maken
reforzar sterken; sterker worden; versterken bepantseren; bezwaren; gewicht toevoegen; harnassen; opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen; verzwaren; zwaarder maken

Related Definitions for "versterken":

  1. sterker maken1
    • die oefening versterkt de spieren1

Wiktionary Translations for versterken:

versterken
verb
  1. sterker maken
  2. het aantal vergroten

Cross Translation:
FromToVia
versterken afirmar; confirmar bekräftigen — (transitiv) etwas mit Nachdruck bestätigen
versterken reforzar reinforce — to strengthen by addition
versterken fortalecer strengthen — to make strong or stronger

External Machine Translations:

Related Translations for versterkend