Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. wachtwoorden:
  2. wachtwoord:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for wachtwoorden from Dutch to Spanish

wachtwoorden:

wachtwoorden [de ~] nomen, plural

  1. de wachtwoorden
    la consignas; la contraseñas

Translation Matrix for wachtwoorden:

NounRelated TranslationsOther Translations
consignas wachtwoorden deviezen; lijfspreuken; motto's; reclameleuzen
contraseñas wachtwoorden reclameleuzen

Related Words for "wachtwoorden":


wachtwoord:

wachtwoord [het ~] nomen

  1. het wachtwoord (consigne)
    la contraseña; el santo y seña
  2. het wachtwoord (toegangscode)

Translation Matrix for wachtwoord:

NounRelated TranslationsOther Translations
contraseña consigne; wachtwoord codewoord; herkenningswoord; kenteken; merkteken; onderscheidingsteken
santo y seña consigne; wachtwoord
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
contraseña toegangscode; wachtwoord
código de acceso toegangscode; wachtwoord wachtwoordcode

Related Words for "wachtwoord":


Wiktionary Translations for wachtwoord:

wachtwoord
noun
  1. een geheim woord dat men moet produceren om ergens toegelaten te worden

Cross Translation:
FromToVia
wachtwoord contraseña PasswortMittel zur Authentifizierung eines Benutzer
wachtwoord contraseña password — secret word used to gain admittance
wachtwoord santo y seña; contraseña; doctrina anticuada shibboleth — A word, especially seen as a test, to distinguish someone as belonging to a particular nation, class, profession etc
wachtwoord contraseña mot de passecode alphanumérique ou phrase, moyen d’authentification, qu'il faut donner pour accéder dans un endroit protégé ou pour utiliser une ressource ou un service dont l'accès est limité et protégé.