Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. weegschaal:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for weegschaal from Dutch to Spanish

weegschaal:

weegschaal [de ~] nomen

  1. de weegschaal (bascule; balans; waag)
    la báscula; la balanza; el peso; el edificio del peso público; el peso público

Translation Matrix for weegschaal:

NounRelated TranslationsOther Translations
balanza balans; bascule; waag; weegschaal
báscula balans; bascule; waag; weegschaal
edificio del peso público balans; bascule; waag; weegschaal waaggebouw
peso balans; bascule; waag; weegschaal aantal kilogrammen; allegaartje; belading; druk; dwang; geharrewar; gelazer; gewicht; gewichtsklasse; lading; last; mengelmoes; narigheid; omhulling; pressie; samenraapsel; trammelant; vracht; vrachtgoed; waaggebouw; zwaarte
peso público balans; bascule; waag; weegschaal waaggebouw
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
peso gewicht

Related Words for "weegschaal":

  • weegschalen

Wiktionary Translations for weegschaal:

weegschaal
noun
  1. een meetinstrument waarmee het gewicht kan worden bepaald

Cross Translation:
FromToVia
weegschaal balanza balance — scales
weegschaal balanza scale — device
weegschaal platillo scale — dish of a balance
weegschaal báscula; balanza scales — device for weighing goods for sale
weegschaal báscula balance — métrol|fr instrument de mesure utilisé pour peser des éléments, pour déterminer leur masse.