Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. wegroepen:


Dutch

Detailed Translations for wegroepen from Dutch to Spanish

wegroepen:

wegroepen verb (roep weg, roept weg, roepte weg, roepten weg, weggeroepen)

  1. wegroepen

Conjugations for wegroepen:

o.t.t.
  1. roep weg
  2. roept weg
  3. roept weg
  4. roepen weg
  5. roepen weg
  6. roepen weg
o.v.t.
  1. roepte weg
  2. roepte weg
  3. roepte weg
  4. roepten weg
  5. roepten weg
  6. roepten weg
v.t.t.
  1. heb weggeroepen
  2. hebt weggeroepen
  3. heeft weggeroepen
  4. hebben weggeroepen
  5. hebben weggeroepen
  6. hebben weggeroepen
v.v.t.
  1. had weggeroepen
  2. had weggeroepen
  3. had weggeroepen
  4. hadden weggeroepen
  5. hadden weggeroepen
  6. hadden weggeroepen
o.t.t.t.
  1. zal wegroepen
  2. zult wegroepen
  3. zal wegroepen
  4. zullen wegroepen
  5. zullen wegroepen
  6. zullen wegroepen
o.v.t.t.
  1. zou wegroepen
  2. zou wegroepen
  3. zou wegroepen
  4. zouden wegroepen
  5. zouden wegroepen
  6. zouden wegroepen
diversen
  1. roep weg!
  2. roept weg!
  3. weggeroepen
  4. wegroepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

wegroepen [znw.] nomen

  1. wegroepen
    el llamar

Translation Matrix for wegroepen:

NounRelated TranslationsOther Translations
llamar wegroepen aanbellen; bellen
VerbRelated TranslationsOther Translations
llamar aanbellen; aanroepen; aanschrijven; aanzeggen; bellen; benoemen; bestempelen; betitelen; door de telefoon praten; een naam geven; erbij halen; erbij roepen; erbij zeggen; iemand opbellen; inroepen; inviteren; kennis geven; konde doen; laten komen; noemen; ontbieden; opbellen; oproepen; sommeren; telefoneren; telefoontje plegen; tevoorschijn roepen; vermelden; vernoemen
reclamar la presencia de wegroepen