Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. wegwerkers:
  2. wegwerker:


Dutch

Detailed Translations for wegwerkers from Dutch to Spanish

wegwerkers:

wegwerkers [de ~] nomen, plural

  1. de wegwerkers
    el peón; el camineros

Translation Matrix for wegwerkers:

NounRelated TranslationsOther Translations
camineros wegwerkers
peón wegwerkers arbeider; bediende; butler; dienaar; dienstknecht; herenknecht; huisknecht; jongmaat; kamerbediende; kamerdienaar; knecht; leerknecht; maatje; ongeschoold arbeider; pion; pupil; werker; werkkracht; werkman

Related Words for "wegwerkers":


wegwerker:

wegwerker [de ~ (m)] nomen

  1. de wegwerker
    el caminero

Translation Matrix for wegwerker:

NounRelated TranslationsOther Translations
caminero wegwerker

Related Words for "wegwerker":