Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. werking:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for werking from Dutch to Spanish

werking:

werking [de ~ (v)] nomen

  1. de werking (werken)
    el funcionamiento; la acción; la elaboración; la actividad

Translation Matrix for werking:

NounRelated TranslationsOther Translations
acción werken; werking aandeel; actie; ageren; aktie; beweging; bijdrage; daad; gang; gebaar; geste; grote daad; handelen; handeling; inbreng; invloed; kampanje; lichaamsbeweging; macht; prestatie; scheepskampanje; snelheid; spoed; tempo; vaart; vennootsaandeel; vennootschapsaandeel; verrichting
actividad werken; werking Windows Workflow Foundation-activiteit; activiteit; ambacht; arbeid; bedrijvigheid; bezigheid; grote daad; ijver; ijverigheid; inspanning; métier; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; prestatie; roerigheid; stiel; taak; vak; verrichting; vlijt; vlijtigheid; voortvarendheid; werk; werklust; werkstroomactiviteit; werkzaamheid; zakelijke activiteit
elaboración werken; werking aanmaak; aanmaken; bewerking; constructie; creatie; creëren; educatie; fabricage; fabricatie; fabriceren; herdruk; maak; maaksel; maken; merk; onderwerp; onderwijs; produceren; productie; scheppen; schepping; scholing; subject; thema; thema van een boek; vervaardigen; vervaardiging; verwerking
funcionamiento werken; werking functioneren; werken
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
acción actie

Related Words for "werking":

  • werkingen

Synonyms for "werking":


Related Definitions for "werking":

  1. het nut of de invloed ervan1
    • deze pijnstiller heeft een snelle werking1
  2. hoe het doet waarvoor het bedoeld is1
    • hij legde me de werking van het koffieapparaat uit1

Wiktionary Translations for werking:

werking
noun
  1. de manier waarop iets werkt

Cross Translation:
FromToVia
werking acción action — way of motion or functioning

Related Translations for werking