Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. beduiding:


Dutch

Detailed Translations for beduiding from Dutch to French

beduiding:

beduiding [znw.] nomen

  1. beduiding (beduidenis; betekenis; bedoeling)
    l'intention; la signification; le sens; le but; la dimension; la portée

Translation Matrix for beduiding:

NounRelated TranslationsOther Translations
but bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; doel bij voetbalwedstrijd; doeleinde; doelpunt; doelstelling; doelwit; einddoel; goal; intentie; inzet; mikpunt; moedwil; oogmerk; pogen; schietschijf; streven; streven naar; trachten; treffer; voornemen
dimension bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang
intention bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; betekenis; denkbeeld; doel; doeleinde; geest; geneigdheid; gerichtheid op; gezichtspunt; idee; inhoud; intentie; interpretatie; inzet; inzicht; lezing; mening; moedwil; neiging; oogmerk; oordeel; opinie; opvatting; opzet; oriëntatie op; plan; pogen; standpunt; strekking; streven; streven naar; tendens; teneur; toeleg; trachten; trend; visie; voornemen; zienswijze
portée bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis bandbreedte; bereik; betekenis; draagwijdte; geest; gehoorsafstand; grootte in de ruimte; hoorbereik; inhoud; notenbalk; range; reikwijdte; spanwijdte; strekking; teneur; verspreidingsgebied; volume
sens bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis afmeting; belang; betekenis; dimensie; doel; formaat; geest; gevoel; gewichtigheid; grootte; inhoud; koers; maat; mate; nut; omvang; orgaan; richting; sentiment; strekking; teneur; zin; zintuig
signification bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis afmeting; belang; dimensie; formaat; geest; gewichtigheid; grootte; maat; mate; omvang; strekking; tendens; teneur