Noun | Related Translations | Other Translations |
coller
|
aanplakken; vastplakken
|
aanlijmen; lijmen; vastlijmen
|
engluer
|
aanplakken; vastplakken
|
|
scotcher
|
aanplakken; vastplakken
|
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
coller
|
|
aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aan elkaar plakken; aanbakken; aanbranden; aandrukken; aaneen plakken; aaneenplakken; aankleven; aanlijmen; bevestigen; ergens aan bevestigen; hechten; iets vastkleven; inplakken; kitten; kleven; klitten; lijmen; opplakken; plakken; samenplakken; vastdrukken; vasthechten; vastkleven; vastkoeken; vastlijmen; vastmaken; vastplakken; vastzetten
|
engluer
|
|
aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; aankleven; hechten; kleven; klitten; lijmen; opplakken; plakken; vasthechten; vastkleven; vastlijmen; vastplakken
|
scotcher
|
|
lijmen; vastkleven; vastlijmen; vastplakken
|