Dutch
Detailed Translations for aanhangsels from Dutch to French
aanhangsels:
-
de aanhangsels (addenda; toevoegingen; supplementen; bijvoegsels; toevoegsels)
Translation Matrix for aanhangsels:
Noun | Related Translations | Other Translations |
addenda | aanhangsels; addenda; bijvoegsels; supplementen; toevoegingen; toevoegsels | bijmenging; bijvoeging; toevoeging |
annexes | aanhangsels; addenda; bijvoegsels; supplementen; toevoegingen; toevoegsels | aanbouwsels |
appendices | aanhangsels; addenda; bijvoegsels; supplementen; toevoegingen; toevoegsels | appendices; blinde darmen |
compléments | aanhangsels; addenda; bijvoegsels; supplementen; toevoegingen; toevoegsels | aanvullingen; hulpstukken |
Related Words for "aanhangsels":
aanhangsel:
-
het aanhangsel (addendum; toevoeging; appendix; aanvulling; supplement; bijvoegsel; toevoegsel)
Translation Matrix for aanhangsel:
Related Words for "aanhangsel":
Wiktionary Translations for aanhangsel:
aanhangsel
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanhangsel | → accessoire | ↔ accessory — that which belongs to something else deemed the principal, attachment |
• aanhangsel | → accessoire | ↔ accessory — clothing accessory |
• aanhangsel | → affixe | ↔ affix — that which is affixed |
• aanhangsel | → annexe; appendice | ↔ appendix — text added to the end of a book or an article |
• aanhangsel | → suffixe | ↔ suffix — letters or sounds added at the end of a word to modify the word's meaning |