Dutch
Detailed Translations for afrotte from Dutch to French
afrotten:
-
afrotten
le pourissement
-
afrotten
pourrir; se décomposer; se pourrir-
pourrir verb (pourris, pourrit, pourrissons, pourrissez, pourrissent, pourrissais, pourrissait, pourrissions, pourrissiez, pourrissaient, pourrîmes, pourrîtes, pourrirent, pourrirai, pourriras, pourrira, pourrirons, pourrirez, pourriront)
-
se décomposer verb
-
se pourrir verb
-
Conjugations for afrotten:
o.t.t.
- rot af
- rott af
- rott af
- rotten af
- rotten af
- rotten af
o.v.t.
- rotte af
- rotte af
- rotte af
- rotten af
- rotten af
- rotten af
v.t.t.
- ben afgerot
- bent afgerot
- is afgerot
- zijn afgerot
- zijn afgerot
- zijn afgerot
v.v.t.
- was afgerot
- was afgerot
- was afgerot
- waren afgerot
- waren afgerot
- waren afgerot
o.t.t.t.
- zal afrotten
- zult afrotten
- zal afrotten
- zullen afrotten
- zullen afrotten
- zullen afrotten
o.v.t.t.
- zou afrotten
- zou afrotten
- zou afrotten
- zouden afrotten
- zouden afrotten
- zouden afrotten
diversen
- rot af!
- rot af!
- afgerot
- afrottende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for afrotten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
pourissement | afrotten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
pourrir | afrotten | achteruitgaan; bederven; beschimmelen; bezwijken; in staat van ontbinding zijn; instorten; liggen rotten; ontbinden; rotten; schimmelen; tenondergaan; teruggaan; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten; zinken |
se décomposer | afrotten | afbreken; bederven; breken; desintegreren; in staat van ontbinding zijn; liggen rotten; neerhalen; omverhalen; ontbinden; rotten; slopen; uit elkaar halen; uit elkaar vallen; uiteenvallen; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten |
se pourrir | afrotten | bederven; rotten; vergaan; verrotten; wegrotten |