Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. contracten:
  2. contract:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for contracten from Dutch to French

contracten:

contracten [de ~] nomen, plural

  1. de contracten
    le contrats

Translation Matrix for contracten:

NounRelated TranslationsOther Translations
contrats contracten

Related Words for "contracten":


contracten form of contract:

contract [het ~] nomen

  1. het contract (overeenkomst)
    le contrat; l'accord; la convention
  2. het contract
    le contrat
  3. het contract (aanvraag; taak)
    la tâche; le contrat; l'incident; demande de devis

Translation Matrix for contract:

NounRelated TranslationsOther Translations
accord contract; overeenkomst accoord; accorderen; afspraak; afspreken; akkoord; arrangement; bijval; compromis; deal; eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; fiat; gemeenschappelijkheid; goedkeuring; goedvinden; harmonie; instemming; overeenkomst; overeenstemmen; overeenstemming; permissie; regeling; saamhorigheid; saamhorigheidsgevoel; schikking; solidariteit; toelating; toestemming; transactie; verbondenheid; vereffening; vergelijk; zaak
contrat aanvraag; contract; overeenkomst; taak gemeenschappelijkheid; overeenkomst
convention contract; overeenkomst accoord; accorderen; afspraak; afspreken; akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; gemeenschappelijkheid; goedkeuring; liga; overeenkomst; overeenstemmen; pact; regeling; schikking; toestemming; traktaat; unie; verbond; verdrag
incident aanvraag; contract; taak crash; evenement; feit; gebeurtenis; incident; vastloper; voorval; zaakje
tâche aanvraag; contract; taak arbeid; ingewikkeldheid; job; karwei; karweitje; klusje; kwestie; moeilijkheid; opgaaf; opgave; probleem; taak; verhandeling; vraagstuk; werkstuk; zwaarte
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
demande de devis aanvraag; contract; taak offerteaanvraag
ModifierRelated TranslationsOther Translations
incident tussenkomend

Related Words for "contract":


Wiktionary Translations for contract:

contract
noun
  1. een schriftelijk vastgelegde overeenkomst
contract
noun
  1. convention (même non écrite) entre deux ou plusieurs personnes, plus précisément entre un ou plusieurs créancier et un ou plusieurs débiteur, ayant pour effet de créer entre elles une obligation (obligation conventionnelle).

Cross Translation:
FromToVia
contract contrat agreement — legally binding contract enforceable in a court of law
contract contrat contract — agreement that is legally binding
contract contrat; accord; traité Vertrag — rechtliche Vereinbarung zwischen mindestens zwei verschiedenen Partnern