Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Translate eenzijdigheid

Translate eenzijdigheid from Dutch to French

Summary

Dutch to French: more detail...

eenzijdigheid:
- petitesse; partialité; parti pris; étroitesse d'esprit; petitesse d'esprit
eenzijdig:
- borné; restreint; limité; délimité; réduit; apte à être écrit d'un côté
Wiktionary:
- eenzijdig → unilatéral

Dutch

Detailed Translations for eenzijdigheid from Dutch to French

eenzijdigheid:

eenzijdigheid [de ~ (v)] nomen

de eenzijdigheid (beperktheid)
la petitesse; la partialité; le parti pris; l'étroitesse d'esprit; la petitesse d'esprit
- petitesse [la ~] nomen
- partialité [la ~] nomen
- parti pris [le ~] nomen
- étroitesse d'esprit [la ~] nomen
- petitesse d'esprit [la ~] nomen

Translation Matrix for eenzijdigheid:

Related Words for "eenzijdigheid":

eenzijdig

eenzijdigheid form of eenzijdig:

eenzijdig adj

eenzijdig (aan een kant beschrijfbaar)
borné; restreint; limité; délimité; réduit; apte à être écrit d'un côté
- borné adj
- restreint adj
- limité adj
- délimité adj
- réduit adj
- apte à être écrit d'un côté adj

Translation Matrix for eenzijdig:

Noun	Related Translations	Other Translations
réduit		hokje
Modifier	Related Translations	Other Translations
apte à être écrit d'un côté	aan een kant beschrijfbaar; eenzijdig
borné	aan een kant beschrijfbaar; eenzijdig	afgegrensd; begrensd; bekrompen; benepen; beperkt; bourgeois; burgerlijk; burgermannetjesachtig; dood; eenvoudig; geesteloos; gemakkelijk; kleinburgerlijk; kleingeestig; kleinzielig; kneuterig; levenloos; licht; makkelijk; niet bezield; niet moeilijk; onbezield; simpel
délimité	aan een kant beschrijfbaar; eenzijdig	begrensd; beperkt; geborneerd; gelimiteerd; omlijnd
limité	aan een kant beschrijfbaar; eenzijdig	afgegrensd; begrensd; beperkt; eng; geborneerd; gelimiteerd; ingeperkt; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte
restreint	aan een kant beschrijfbaar; eenzijdig	begrensd; beperkt; dichtbij; eng; geborneerd; gelimiteerd; in de buurt; krap; met weinig ruimte; nabij; nabijgelegen; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte; vlakbij
réduit	aan een kant beschrijfbaar; eenzijdig	begrensd; beknopt; bekort; beperkt; geborneerd; gelimiteerd; geringer gemaakt; herleid; ingekort; ingekrompen; ingeslonken; vereenvoudigd; verkort; verminderd; versoberd

Related Words for "eenzijdig":

eenzijdigheid, eenzijdiger, eenzijdigere, eenzijdige

Wiktionary Translations for eenzijdig:

eenzijdig

adjective

met of aan één kant, belang, partij etc.
- eenzijdig → unilatéral

eenzijdig

adjective

Relatif à un seul côté.
- unilatéral → eenzijdig