Dutch
Detailed Translations for grenzen aan from Dutch to French
grenzen aan:
-
grenzen aan (grenzen)
toucher à; avoisiner; être limitrophe à; toucher; jouxter; être attenant à; côtoyer-
toucher à verb
-
avoisiner verb (avoisine, avoisines, avoisinons, avoisinez, avoisinent, avoisinais, avoisinait, avoisinions, avoisiniez, avoisinaient, avoisinai, avoisinas, avoisina, avoisinâmes, avoisinâtes, avoisinèrent, avoisinerai, avoisineras, avoisinera, avoisinerons, avoisinerez, avoisineront)
-
être limitrophe à verb
-
toucher verb (touche, touches, touchons, touchez, touchent, touchais, touchait, touchions, touchiez, touchaient, touchai, touchas, toucha, touchâmes, touchâtes, touchèrent, toucherai, toucheras, touchera, toucherons, toucherez, toucheront)
-
jouxter verb
-
être attenant à verb
-
côtoyer verb
-
Conjugations for grenzen aan:
o.t.t.
- grens aan
- grenst aan
- grenst aan
- grenzen aan
- grenzen aan
- grenzen aan
o.v.t.
- grensde aan
- grensde aan
- grensde aan
- grensden aan
- grensden aan
- grensden aan
v.t.t.
- ben gegrensd aan
- bent gegrensd aan
- is gegrensd aan
- zijn gegrensd aan
- zijn gegrensd aan
- zijn gegrensd aan
v.v.t.
- was gegrensd aan
- was gegrensd aan
- was gegrensd aan
- waren gegrensd aan
- waren gegrensd aan
- waren gegrensd aan
o.t.t.t.
- zal grenzen aan
- zult grenzen aan
- zal grenzen aan
- zullen grenzen aan
- zullen grenzen aan
- zullen grenzen aan
o.v.t.t.
- zou grenzen aan
- zou grenzen aan
- zou grenzen aan
- zouden grenzen aan
- zouden grenzen aan
- zouden grenzen aan
diversen
- grens aan!
- grenst aan!
- gegrensd aan
- grenzend aan
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for grenzen aan:
Noun | Related Translations | Other Translations |
toucher | aanraking; aanslag; contact; gevoelszin; impact; prikkeling; sensatie; tastzin; zintuiglijke gewaarwording | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
avoisiner | grenzen; grenzen aan | |
côtoyer | grenzen; grenzen aan | |
jouxter | grenzen; grenzen aan | |
toucher | grenzen; grenzen aan | aangaan; aangrijpen; aanraken; aanroeren; aanstippen; aanvangen; beginnen; bekomen; beroeren; betasten; betreffen; bevoelen; beïnvloeden; even aanraken; geld in ontvangst nemen; iets verduren; incasseren; innen; ondernemen; ontmoeten; ontroeren; opvangen; raken; slaan op; starten; tegenkomen; toucheren; treffen; van start gaan; verdienen; verkrijgen; verwerven; voelen; zich hervinden |
toucher à | grenzen; grenzen aan | |
être attenant à | grenzen; grenzen aan | |
être limitrophe à | grenzen; grenzen aan |
Wiktionary Translations for grenzen aan:
grenzen aan
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• grenzen aan | → border | ↔ border — (transitive) to lie on, or adjacent to a border |
External Machine Translations: