Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. kundigheden:
  2. kundigheid:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kundigheden from Dutch to French

kundigheden:

kundigheden [de ~] nomen, plural

  1. de kundigheden
    la capacités

Translation Matrix for kundigheden:

NounRelated TranslationsOther Translations
capacités kundigheden

Related Words for "kundigheden":


kundigheden form of kundigheid:

kundigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de kundigheid (kunde)
    le savoir-faire; la compétence; le savoir; l'aptitude; la capacité; l'habileté; l'art
  2. de kundigheid (talent; capaciteit; bekwaamheid; )
    le talent; le don

Translation Matrix for kundigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
aptitude kunde; kundigheid behendigheid; bekwaamheid; bevoegd zijn; bevoegdheid; capabelheid; capaciteit; competentie; gelegenheid; geschiktheid; handigheid; kans; kneep; kunst; kunstgreep; kunstje; kwaliteit; mogelijkheid; ter zake kundigheid; toer; truc
art kunde; kundigheid behendigheid; handigheid; kneep; kunst; kunstgreep; kunstje; toer; truc
capacité kunde; kundigheid Capaciteit; bekwaamheid; capaciteit; deskundigheid; draagkracht; draagvermogen; handigheid; inhoud; inhoudsruimte; kennis van zaken; kneep; kracht; kunst; kwaliteit; laadruimte; laadvermogen; macht; omvatte ruimte; prestatievermogen; scheepsinhoud; scheepsruimte; ter zake kundigheid; toer; tonnage; tonnengeld; tonnenmaat; truc; vaardigheid; vakkundigheid; vermogen; volume
compétence kunde; kundigheid bekwaamheid; bevoegd zijn; bevoegdheid; capabelheid; capaciteit; competentie; deskundigheid; handigheid; kennis van zaken; kneep; kunst; kwaliteit; mate van kunstbeheersing; techniek; ter zake kundigheid; toer; truc; vakkundigheid
don aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft aanvoelen; aardigheid; cadeau; donatie; feeling; genialiteit; geschenk; gevoel; gift; kado; present; presentje; schenking; verjaardagscadeau; vernuft; vindingrijk vernuft
habileté kunde; kundigheid behendigheid; bekwaamheid; capaciteit; deskundigheid; foef; foefje; gewiekstheid; handigheid; intelligentie; kennis van zaken; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; kwaliteit; maniertje; mate van kunstbeheersing; pienterheid; schranderheid; slimheid; slimmigheid; spitsvondigheid; techniek; ter zake kundigheid; toer; truc; vaardigheid; vakkundigheid
savoir kunde; kundigheid geleerdheid; handigheid; kennis; kneep; kunst; toer; truc; weten; wetenschap
savoir-faire kunde; kundigheid behendigheid; bekwaamheid; capaciteit; deskundigheid; ervaring; foefje; handigheid; kennis van zaken; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; kwaliteit; maniertje; praktijk; routine; specialistische kennis; ter zake kundigheid; toer; truc; vaardigheid; vakkundigheid
talent aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft genialiteit; vernuft; vindingrijk vernuft
VerbRelated TranslationsOther Translations
savoir in staat zijn; kunnen; op de hoogte zijn; vermogen; weten

Related Words for "kundigheid":


Wiktionary Translations for kundigheid:

kundigheid
noun
  1. Capacité, compétence, disposition naturelle à faire quelque chose.