Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. kwaliteit:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kwaliteit from Dutch to French

kwaliteit:

kwaliteit [de ~ (v)] nomen

  1. de kwaliteit (hoedanigheid; gesteldheid)
    la qualité
  2. de kwaliteit (ter zake kundigheid; bekwaamheid; capaciteit)
    la qualité; la compétence; la capacité; l'aptitude; l'habileté; le savoir-faire

Translation Matrix for kwaliteit:

NounRelated TranslationsOther Translations
aptitude bekwaamheid; capaciteit; kwaliteit; ter zake kundigheid behendigheid; bevoegd zijn; bevoegdheid; capabelheid; competentie; gelegenheid; geschiktheid; handigheid; kans; kneep; kunde; kundigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; mogelijkheid; toer; truc
capacité bekwaamheid; capaciteit; kwaliteit; ter zake kundigheid Capaciteit; bekwaamheid; capaciteit; deskundigheid; draagkracht; draagvermogen; handigheid; inhoud; inhoudsruimte; kennis van zaken; kneep; kracht; kunde; kundigheid; kunst; laadruimte; laadvermogen; macht; omvatte ruimte; prestatievermogen; scheepsinhoud; scheepsruimte; toer; tonnage; tonnengeld; tonnenmaat; truc; vaardigheid; vakkundigheid; vermogen; volume
compétence bekwaamheid; capaciteit; kwaliteit; ter zake kundigheid bevoegd zijn; bevoegdheid; capabelheid; competentie; deskundigheid; handigheid; kennis van zaken; kneep; kunde; kundigheid; kunst; mate van kunstbeheersing; techniek; toer; truc; vakkundigheid
habileté bekwaamheid; capaciteit; kwaliteit; ter zake kundigheid behendigheid; bekwaamheid; deskundigheid; foef; foefje; gewiekstheid; handigheid; intelligentie; kennis van zaken; kneep; kneepje; kunde; kundigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; maniertje; mate van kunstbeheersing; pienterheid; schranderheid; slimheid; slimmigheid; spitsvondigheid; techniek; toer; truc; vaardigheid; vakkundigheid
qualité bekwaamheid; capaciteit; gesteldheid; hoedanigheid; kwaliteit; ter zake kundigheid eigenschap; gehalte; hoedanigheid; karaktereigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; karaktertrekje; kenmerk; kwalititeit; stigma; trekje; typering; waardigheid
savoir-faire bekwaamheid; capaciteit; kwaliteit; ter zake kundigheid behendigheid; bekwaamheid; deskundigheid; ervaring; foefje; handigheid; kennis van zaken; kneep; kneepje; kunde; kundigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; maniertje; praktijk; routine; specialistische kennis; toer; truc; vaardigheid; vakkundigheid

Related Words for "kwaliteit":

  • kwaliteiten

Wiktionary Translations for kwaliteit:

kwaliteit
noun
  1. een peil van uitmuntendheid
kwaliteit
noun
  1. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
kwaliteit qualité Qualität — individuell und konkret definierte Eigenschaft einer Sache oder einer Dienstleistung
kwaliteit qualité quality — level of excellence
kwaliteit qualité quality — differentiating property or attribute
kwaliteit qualité quality — being of good worth

Related Translations for kwaliteit