Noun | Related Translations | Other Translations |
noir
|
|
deemstering; donker; donkerte; duister; duisterheid; duisternis; kleurling; neger; onduidelijkheid; zwart zijn; zwarte; zwartheid
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
noir
|
donker; duister; onverlicht
|
droefgeestig; melancholisch; zwart
|
obscur
|
donker; duister; onverlicht
|
boosaardig; complex; cryptisch; donker; dreigend; dubieus; duister; gecompliceerd; geestelijk verward; geheimzinnig; glibberig; huiveringwekkend; in de war; ingewikkeld; louche; luguber; mysterieus; obscuur; onbetrouwbaar; ondersteboven; onduidelijk; onguur; onheilspellend; onoverzichtelijk; onthutst; raadselachtig; sinister; verdacht; verward; wollig
|
obscurément
|
donker; duister; onverlicht
|
donker; dreigend; dubieus; duister; glibberig; huiveringwekkend; louche; luguber; obscuur; onbetrouwbaar; onguur; onheilspellend; onoverzichtelijk; sinister; verdacht
|
pas éclairé
|
donker; duister; onverlicht
|
|
sombre
|
donker; duister; onverlicht
|
bedroefd; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; doods; droef; droefgeestig; droevig; excessief; extreem; grauw; grauwkleurig; grijs; heel erg; hogelijk; kommervol; melancholisch; melancholische; mistroostig; naar; naargeestig; rouwig; somber; ten zeerste; treurig; triest; troosteloos; uitermate; uiterst; verdrietig; vol met zorgen; vreugdeloos; zeer; zwaarmoedig; zwartgallig
|
ténébreux
|
donker; duister; onverlicht
|
grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos
|