Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. snaren:
  2. snaar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for snaren from Dutch to French

snaren:

snaren [de ~] nomen, plural

  1. de snaren
    la cordes

Translation Matrix for snaren:

NounRelated TranslationsOther Translations
cordes snaren dikke koorden; draden; koorden; snoeren; touwen

Related Words for "snaren":


snaar:

snaar [de ~] nomen

  1. de snaar
    la corde

Translation Matrix for snaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
corde snaar draad; elektriciteitsdraad; garen; gelid; kabel; kabeltouw; koord; lijn; linie; rij; rijgsnoer; scheepskabel; scheepstouw; scheerlijn; snoer; snoertje; streep; touw; touwtje

Related Words for "snaar":


Wiktionary Translations for snaar:

snaar
noun
  1. een lang zeer dun rond en flexibel voorwerp