Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. te voet afleggen:


Dutch

Detailed Translations for te voet afleggen from Dutch to French

te voet afleggen:

te voet afleggen verb

  1. te voet afleggen (bewandelen; betreden; belopen)
    entrer dans; marcher sur; suivre; passer par
    • suivre verb (suis, suit, suivons, suivez, )
    • passer par verb

Translation Matrix for te voet afleggen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
entrer dans belopen; betreden; bewandelen; te voet afleggen betreden; binnendringen; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenrijden; binnenstappen; binnentreden; binnenvallen; binnenvaren; importeren; indringen; infiltreren; ingaan; inrijden; instappen; invallen; invaren; invoeren
marcher sur belopen; betreden; bewandelen; te voet afleggen overheen gaan
passer par belopen; betreden; bewandelen; te voet afleggen doorkomen; erdoor rijden
suivre belopen; betreden; bewandelen; te voet afleggen achternagaan; achternalopen; bijbenen; bijblijven; bijhouden; gehoorzamen; komen na; luisteren; naleven; nalopen; navolgen; opvolgen; traceren; volgen

Related Translations for te voet afleggen