Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. toestanden:
  2. toestand:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toestanden from Dutch to French

toestanden:

toestanden [de ~] nomen, plural

  1. de toestanden
    la situations

Translation Matrix for toestanden:

NounRelated TranslationsOther Translations
situations toestanden gesteldheden

Related Words for "toestanden":


toestanden form of toestand:

toestand [de ~ (m)] nomen

  1. de toestand (gesteldheid; staat; positie)
    l'état; la situation; la position; la condition; la prise de position
  2. de toestand (staat; conditie)
    la condition; l'état; la disposition; la circonstance; la situation; l'ennuis; le tracas
  3. de toestand (heisa)
    le tintouin
  4. de toestand (situatie; omstandigheden; omstandigheid)
    la situation

toestand

  1. toestand
    l'état

Translation Matrix for toestand:

NounRelated TranslationsOther Translations
circonstance conditie; staat; toestand land; natie; rijk; staat
condition conditie; gesteldheid; positie; staat; toestand artikel; beding; bepaling; beperking; clausule; conditie; criterium; eis; kriterium; land; must; natie; restrictie; rijk; staat; vereiste; voorbehoud; voorwaarde; zinsnede
disposition conditie; staat; toestand aanvoelen; beschikbaarheid; beschikking; bui; compromis; confessie; feeling; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; geneigdheid; gevoel; gezindheid; gezindte; hang; humeur; inborst; inclinatie; indeling; neiging; stemming; temperament; vergelijk
ennuis conditie; staat; toestand ellende; gedram; gelazer; getob; gezanik; gezeur; malheur; moeilijkheden; narigheden; narigheid; ongeluk; ongemakken; ongerieven; onheil; onspoed; pech; problemen; ramp; rampspoed; rompslomp; sores; tegenslag; tegenspoed; terugslagen; trammelant; veel gedoe; zorgen
position gesteldheid; positie; staat; toestand aanname; ambt; baan; betrekking; bewering; denkbeeld; dienstbetrekking; functie; gelid; gezichtspunt; hiërarchie; houding; idee; interpretatie; inzicht; job; lezing; ligging; locatie; mening; oordeel; opinie; opvatting; plaatsbepaling; positie; rang; rangorde; rechtspositie; standpunt; standpuntbepaling; stelling; stellingname; thema; these; thesis; visie; volgorde; werk; werkkring; werkplek; zienswijze
prise de position gesteldheid; positie; staat; toestand aanname; bewering; denkbeeld; gezichtspunt; houding; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; positie; standpunt; standpuntbepaling; stelling; stellingname; thema; these; thesis; visie; zienswijze
situation conditie; gesteldheid; omstandigheden; omstandigheid; positie; situatie; staat; toestand baan; dienstbetrekking; functie; job; land; ligging; locatie; natie; plaatsbepaling; positie; rijk; staat; stand van zaken
tintouin heisa; toestand drukte; gedoe; gedonderjaag; geravot; gestoei; omhaal; stoeierij; stoeipartij
tracas conditie; staat; toestand beslommering; drukte; gepeins; gepieker; geprakkizeer; heisa; krakeel; rompslomp
état conditie; gesteldheid; positie; staat; toestand aanzien; achtbaarheid; land; natie; prestige; rijk; staat; status
- staat

Related Words for "toestand":


Synonyms for "toestand":


Related Definitions for "toestand":

  1. hoe iets of iemand is1
    • de toestand van de patiënt is goed1

Wiktionary Translations for toestand:

toestand
noun
  1. nature, état ou qualité d’une chose ou d’une personne.
  2. position d’une ville, d’un château, d’une maison, d’un jardin, etc.
  3. Disposition de quelqu’un, de quelque chose

Cross Translation:
FromToVia
toestand nature; état; qualité; fait Beschaffenheitheutzutage sehr selten im Plural: Eigenart oder Zustand einer Sache
toestand état ZustandArt und Weise, wie etwas zu einem bestimmen Zeitpunkt ist