Noun | Related Translations | Other Translations |
apogée
|
hoogtepunt; piek; top; toppunt; zenit
|
climax; culminatie; hoogtepunt
|
arète
|
dakvorst; nok; top
|
beentje van een vis; bergkam; bergrug; graat; kam; rug; visgraat
|
cime
|
bergtop; dakvorst; hoogst bereikbare punt; hoogst haalbare; hoogste punt; kruin; nok; piek; top
|
centrumspits; spits
|
comble
|
hoogtepunt; piek; summum; top; toppunt; zenit
|
culminatie; dakbint; dakspant; dakstoel; spant
|
faîte
|
dakvorst; hoogste punt; hoogtepunt; kruin; nok; piek; top; toppunt; zenit
|
|
haut
|
hoogste punt; kruin; top
|
|
heure d'affluence
|
hoogste punt; piek; top
|
spits; spitsuur
|
heure de pointe
|
hoogste punt; piek; top
|
piektijd; piekuur; spits; spitsuur; topuur
|
moment suprême
|
hoogtepunt; piek; top; toppunt; zenit
|
climax; culminatie; hoogtepunt; orgasme
|
partie supérieure
|
dakvorst; hoogst bereikbare punt; nok; top
|
bovengedeelte; bovenstuk
|
pic
|
bergtop; piek; top
|
houweel; klover; specht
|
point culminant
|
bergtop; hoogst haalbare; hoogtepunt; piek; top; toppunt; zenit
|
centrumspits; climax; culminatie; culminatiepunt; hoogtepunt; keer; keerpunt; spits; wending
|
pointe
|
bergtop; hoogst haalbare; hoogste punt; piek; top
|
bergspits; culminatie; draadnagel; etsnaald; glimp; graveernaald; graveerpen; graveerstift; moesje; nop; pointe; punt; spat; spatje; steek onder water; stip; stipje; stippel; uitsteeksel; vlek; vlekje; vleugje
|
sommet
|
bergtop; dakvorst; hoogst bereikbare punt; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; kruin; nok; piek; summum; top; toppunt; zenit
|
bergspits; centrumspits; culminatie; hoekpunt; spits; topconferentie; topontmoeting
|
summum
|
hoogtepunt; piek; summum; top; toppunt; zenit
|
|
supérieur
|
|
baas; bevelhebber; chef; commandant; hoofd; kloosteroverste; meerdere; meester; moeder overste; overste; patroon; superieur
|
tuile
|
dakvorst; nok; top
|
dakpan; daktegel; fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag
|
zénith
|
hoogtepunt; piek; top; toppunt; zenit
|
climax; hoogtepunt; zenit
|
-
|
piek
|
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
au poil
|
eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend
|
|
comble
|
|
boordevol; gevuld; knalvol; opgepropt; opgevuld; overvol; propvol; stampvol; tjokvol; vol; volgestopt; volop
|
de premier choix
|
eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend
|
|
de premier ordre
|
eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend
|
briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
de premier rang
|
eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend
|
|
de première classe
|
eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend
|
fantastisch; geweldig; grandioos; groots; magnifiek; schitterend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
en haut
|
eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend
|
boven; bovenaan; bovengemeld; bovengenoemd; bovenin; bovenop; bovenstaand; bovenvermeld; bovenwaarts; erboven; naar boven; naar hogere verdieping; omhoog; op; opstijgend; opwaarts; stijgend; voorgemeld; voornoemd
|
excellent
|
eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend
|
allerbest; beter dan de rest; briljant; excellent; fantastisch; fenomenaal; formidabel; foutloos; geniaal; geweldig; goddelijk; grandioos; groots; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; lumineus; magnifiek; opperbest; overheerlijk; paradijselijk; patent; perfect; prachtig; puik; reuzelekker; schitterend; smakelijk; subliem; superbe; uitblinkend; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; verrukkelijk; volmaakt; voortreffelijk; zalig
|
haut
|
|
hard; hardop; luid; luidkeels; uit volle borst
|
impeccable
|
eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend
|
brandhelder; brandschoon; briljant; correct; excellent; feilloos; flitsend; foutloos; gaaf; gelikt; hip; ideaal; keurig; kraakhelder; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; onverbeterlijk; opperbest; patent; perfect; picobello; piekfijn; puik; puntgaaf; smetteloos; snel; subliem; superbe; tiptop; trendy; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; vlekkeloos; vlot; volmaakt; voortreffelijk; zuiver
|
supérieur
|
eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend
|
aanmatigend; arrogant; befaamd; bovenst; bovenste; geacht; geringschattend; hautain; honend; hooggeplaatst; hooggezeten; hooghartig; hoogmoedig; hoogwaardig; hovaardig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; opperst; opperste; perfect; prima; prominent; smalend; spottend; superieur; trots; uit de hoogte; van goede kwaliteit; verwaand; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|