Summary


Dutch

Detailed Translations for uitlegging from Dutch to French

uitlegging:

uitlegging [de ~ (v)] nomen

  1. de uitlegging (mededeling; toelichting; statement; )
    l'annonce; la communication; le faire-part
  2. de uitlegging (verbreiding; uitspreiding)
    l'expansion; la diffusion; l'étendue; la publication; la distribution; la propagation

Translation Matrix for uitlegging:

NounRelated TranslationsOther Translations
annonce aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring aankondigen; aankondiging; aanzeggen; advertentie; adverteren; afkondiging; annonce; annonceren; annoncering; bekendmaken; bekendmaking; bericht; boodschap; commercial; gewag; informeren; journaal; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; mededeling; melden; melding; nieuws; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; proclamatie; publicatie; publikatie; reclame; reclameadvertentie; relaas; tijding; uitgave; uitgifte; uitspraak; verkondiging; vermelding; verwittiging
communication aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring aankondigen; aankondiging; aansluiting; aanzeggen; bekendmaking; bericht; boodschap; communicatie; connectie; contact; convocatie; gewag; informatie; informeren; inzage; kennisgeven; kennisgeving; kennisneming; konde doen; mededeling; melding; openbare publicatie; opgave; oproeping; publicatie; publikatie; relaas; tijding; uitgave; uitgifte; uitspraak; verbinding; vermelding; verwittiging
diffusion uitlegging; uitspreiding; verbreiding diffusie; spreiding; uitstrooiing; uitzending; verspreiding
distribution uitlegging; uitspreiding; verbreiding afgifte; aflevering; afstaan; bestelling; bezorging; distributie; distributiekantoor; geleverde; leverantie; levering; overdracht; overhandiging; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitlevering; uitreiking; uitstrooiing; verdeling; verspreiding; verstrekking
expansion uitlegging; uitspreiding; verbreiding aanvulling; expansie; groei; groeien; groeiproces; schaalvergroting; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting
faire-part aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring aankondigen; aankondiging; aanzeggen; afkondiging; bekendmaking; bericht; convocatie; informatie; informeren; kennisgeven; kennisgeving; kennisneming; konde doen; mededeling; melding; oproeping; proclamatie; rouwkaart; verkondiging; verwittiging
propagation uitlegging; uitspreiding; verbreiding bubbling; doorgifte; indexdoorgifte
publication uitlegging; uitspreiding; verbreiding aankondiging; afkondiging; artikel; bekendmaking; bericht; boodschap; brokje; eindje; fragmentje; gewag; kennisgeving; klein stukje; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; partje; proclamatie; publicatie; publiceren; publikatie; relaas; snippertje; stuk; stukje; tijding; uitgave; uitgeven; uitgifte; uitspraak; verkondiging; vermelding; verwittiging
étendue uitlegging; uitspreiding; verbreiding afmeting; bereik; dimensie; formaat; gebied; grootte; maat; mate; omvang; scope; vloeroppervlak; vloeroppervlakte; vloerruimte; zoekbereik
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
annonce aankondiging; advertentie
ModifierRelated TranslationsOther Translations
étendue in details; uitgewerkt

Wiktionary Translations for uitlegging:


Cross Translation:
FromToVia
uitlegging exégèse exegesis — formal written exposition or explanatory essay
uitlegging explication Erklärung — Aufschluss über Zusammenhänge, Sachverhalte