Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verschralen:


Dutch

Detailed Translations for verschralen from Dutch to French

verschralen:

verschralen verb (verschraal, verschraalt, verschraalde, verschraalden, verschraald)

  1. verschralen
    amaigrir
    • amaigrir verb (amaigris, amaigrit, amaigrissons, amaigrissez, )

Conjugations for verschralen:

o.t.t.
  1. verschraal
  2. verschraalt
  3. verschraalt
  4. verschralen
  5. verschralen
  6. verschralen
o.v.t.
  1. verschraalde
  2. verschraalde
  3. verschraalde
  4. verschraalden
  5. verschraalden
  6. verschraalden
v.t.t.
  1. heb verschraald
  2. hebt verschraald
  3. heeft verschraald
  4. hebben verschraald
  5. hebben verschraald
  6. hebben verschraald
v.v.t.
  1. had verschraald
  2. had verschraald
  3. had verschraald
  4. hadden verschraald
  5. hadden verschraald
  6. hadden verschraald
o.t.t.t.
  1. zal verschralen
  2. zult verschralen
  3. zal verschralen
  4. zullen verschralen
  5. zullen verschralen
  6. zullen verschralen
o.v.t.t.
  1. zou verschralen
  2. zou verschralen
  3. zou verschralen
  4. zouden verschralen
  5. zouden verschralen
  6. zouden verschralen
diversen
  1. verschraal!
  2. verschraalt!
  3. verschraald
  4. verschralend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verschralen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
amaigrir verschralen

External Machine Translations: