Dutch
Detailed Translations for voos from Dutch to French
voos:
Translation Matrix for voos:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
mou | voos | allerliefst; dottig; enig; flauw; flauwtjes; futloos; lamlendig; lamzalig; lief; lusteloos; mat; muf; murw; naar zweet ruikend; oubakken; oud; oudbakken; plat; pluizig; schattig; slap; snoezig; verschaald; vertederend; week; zwak; zwakjes; zweterig |
spongieux | voos | sponsachtig; sponzig |
Related Words for "voos":
Wiktionary Translations for voos:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voos | → caduc; pourri; délabré | ↔ morsch — übertragen: gebrechlich |
vozen:
-
vozen (geslachtsgemeenschap hebben; neuken)
baiser; grimper; avoir des rapports sexuelles; sauter; s'accoupler-
baiser verb (baise, baises, baisons, baisez, baisent, baisais, baisait, baisions, baisiez, baisaient, baisai, baisas, baisa, baisâmes, baisâtes, baisèrent, baiserai, baiseras, baisera, baiserons, baiserez, baiseront)
-
grimper verb (grimpe, grimpes, grimpons, grimpez, grimpent, grimpais, grimpait, grimpions, grimpiez, grimpaient, grimpai, grimpas, grimpa, grimpâmes, grimpâtes, grimpèrent, grimperai, grimperas, grimpera, grimperons, grimperez, grimperont)
-
sauter verb (saute, sautes, sautons, sautez, sautent, sautais, sautait, sautions, sautiez, sautaient, sautai, sautas, sauta, sautâmes, sautâtes, sautèrent, sauterai, sauteras, sautera, sauterons, sauterez, sauteront)
-
s'accoupler verb
-
Conjugations for vozen:
o.t.t.
- voos
- voost
- voost
- vozen
- vozen
- vozen
o.v.t.
- voosde
- voosde
- voosde
- voosden
- voosden
- voosden
v.t.t.
- heb gevoosd
- hebt gevoosd
- heeft gevoosd
- hebben gevoosd
- hebben gevoosd
- hebben gevoosd
v.v.t.
- had gevoosd
- had gevoosd
- had gevoosd
- hadden gevoosd
- hadden gevoosd
- hadden gevoosd
o.t.t.t.
- zal vozen
- zult vozen
- zal vozen
- zullen vozen
- zullen vozen
- zullen vozen
o.v.t.t.
- zou vozen
- zou vozen
- zou vozen
- zouden vozen
- zouden vozen
- zouden vozen
diversen
- voos!
- voost!
- gevoosd
- vozend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vozen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
baiser | kushand; kushandje | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
avoir des rapports sexuelles | geslachtsgemeenschap hebben; neuken; vozen | |
baiser | geslachtsgemeenschap hebben; neuken; vozen | |
grimper | geslachtsgemeenschap hebben; neuken; vozen | beklimmen; inklimmen; klauteren; klimmen; omhoog gaan; omhoogklimmen; omhoogrijzen; omhoogstijgen; opklauteren; opklimmen; oprijzen; rijzen; stijgen |
s'accoupler | geslachtsgemeenschap hebben; neuken; vozen | |
sauter | geslachtsgemeenschap hebben; neuken; vozen | een sprongetje maken; kastanjes poffen; kletteren; over iets springen; overslaan; poffen; rammelen; springen; uiteenspatten |
Other | Related Translations | Other Translations |
sauter | laten exploderen; opblazen |
External Machine Translations: