Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. herplaatsen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for herplaatsen from Dutch to French

herplaatsen:

herplaatsen verb (herplaats, herplaatst, herplaatste, herplaatsten, herplaatst)

  1. herplaatsen (herbenoemen; herkiezen; opnieuw benoemen)
    renommer; réélire; replacer
    • renommer verb (renomme, renommes, renommons, renommez, )
    • réélire verb (réélis, réélit, réélisons, réélisez, )
    • replacer verb (replace, replaces, replaçons, replacez, )

Conjugations for herplaatsen:

o.t.t.
  1. herplaats
  2. herplaatst
  3. herplaatst
  4. herplaatsen
  5. herplaatsen
  6. herplaatsen
o.v.t.
  1. herplaatste
  2. herplaatste
  3. herplaatste
  4. herplaatsten
  5. herplaatsten
  6. herplaatsten
v.t.t.
  1. heb herplaatst
  2. hebt herplaatst
  3. heeft herplaatst
  4. hebben herplaatst
  5. hebben herplaatst
  6. hebben herplaatst
v.v.t.
  1. had herplaatst
  2. had herplaatst
  3. had herplaatst
  4. hadden herplaatst
  5. hadden herplaatst
  6. hadden herplaatst
o.t.t.t.
  1. zal herplaatsen
  2. zult herplaatsen
  3. zal herplaatsen
  4. zullen herplaatsen
  5. zullen herplaatsen
  6. zullen herplaatsen
o.v.t.t.
  1. zou herplaatsen
  2. zou herplaatsen
  3. zou herplaatsen
  4. zouden herplaatsen
  5. zouden herplaatsen
  6. zouden herplaatsen
en verder
  1. is herplaatst
  2. zijn herplaatst
diversen
  1. herplaats!
  2. herplaatst!
  3. herplaatst
  4. herplaatsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for herplaatsen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
renommer herbenoemen; herkiezen; herplaatsen; opnieuw benoemen
replacer herbenoemen; herkiezen; herplaatsen; opnieuw benoemen achteruitzetten; aflossen; degraderen; in rang verlagen; remplaceren; terugleggen; terugplaatsen; terugzetten; vernieuwen; vervangen; verwisselen
réélire herbenoemen; herkiezen; herplaatsen; opnieuw benoemen

Wiktionary Translations for herplaatsen: