Summary
Dutch
Detailed Translations for kinkel from Dutch to French
kinkel:
Translation Matrix for kinkel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
butor | kinkel; lummel; pummel; vlegel | roerdomp |
lourdaud | hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel | lomperik |
malotru | kinkel; lummel; pummel; vlegel | |
mufle | kinkel; lummel; pummel; vlegel | hoerenjong; hondenneus; hondesnuit; klootzak; kuttenkop; loeder; pleurislijder; pleurislijer; ploert; schlemiel; schoft; slemiel; slungel; smeerlap; snuit van een hond; sukkel; watje |
rustre | kinkel; lummel; pummel; vlegel | agrariër; boer; heikneuter; onbeschofte man; rotjoch; schoffie; sodemieter; vlegel; vlerk |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
rustre | aanmatigend; bot; dorps; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; onelegant; ongegeneerd; ongelikt; onopgevoed; plomp; respectloos |