Summary


Dutch

Detailed Translations for epistel from Dutch to French

epistel:

epistel [de ~ (m)] nomen

  1. de epistel (strafpredikatie)
    la semonce; la mercuriale; la philippique
  2. de epistel (brief; schrijven)
    la lettre; l'écriture; l'épître
  3. de epistel (zendbrief der Apostelen)
    la missive; la lettre; l'écrit; le document; l'épître des Apôtres

Translation Matrix for epistel:

NounRelated TranslationsOther Translations
document epistel; zendbrief der Apostelen acte; akte; bericht; bewijsstuk; document; geschreven stuk; geschrevene; geschrift; schriftuur; script; tekst
lettre brief; epistel; schrijven; zendbrief der Apostelen brief; karakter; letter; letterteken
mercuriale epistel; strafpredikatie
missive epistel; zendbrief der Apostelen
philippique epistel; strafpredikatie
semonce epistel; strafpredikatie
écrit epistel; zendbrief der Apostelen document; geschreven stuk; geschrevene; geschrift; schriftuur; script; tekst
écriture brief; epistel; schrijven handschrift
épître brief; epistel; schrijven
épître des Apôtres epistel; zendbrief der Apostelen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
écriture schrijven

Related Words for "epistel":

  • epistels, episteltje, episteltjes

Wiktionary Translations for epistel:

epistel
noun
  1. Message écrit