Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: geruchten

Dutch and French Search Results for: geruchten

Summary

Dutch to French: more detail...

gerucht:
- fausse rumeur; bobard; canard
Wiktionary:
- geruchten → rumeur
- gerucht → rumeur, son
- gerucht → rumeur, bruit

Dutch

Detailed Translations for geruchten from Dutch to French

gerucht:

gerucht [het ~] nomen

het gerucht (vals gerucht)
la fausse rumeur; le bobard; le canard
- fausse rumeur [la ~] nomen
- bobard [le ~] nomen
- canard [le ~] nomen

Translation Matrix for gerucht:

Noun	Related Translations	Other Translations
bobard	gerucht; vals gerucht
canard	gerucht; vals gerucht	aardigheid; canard; eend; gein; geintje; gekheid; grap; grapje; grol; kwinkslag; lolletje; pretje; scherts
fausse rumeur	gerucht; vals gerucht

Related Words for "gerucht":

geruchten

Wiktionary Translations for gerucht:

gerucht

noun

een mededeling of nieuwtje dat de ronde doet maar nog niet bevestigd is, zodat je niet zeker bent of het waar is
- gerucht → rumeur

gerucht

noun

Information diffusée dont la véracité est douteuse
- rumeur → rumoer; gerucht
Quelque chose que l’on peut écouter, entendre.
- son → geluid; klank; toon; gerucht

Cross Translation:

From	To	Via
• gerucht	→ rumeur; bruit	↔ rumor — statement or claim from no known reliable source

Wiktionary Translations for geruchten:

geruchten

noun

Mouvement de suspicion publique contre quelqu’un
- rumeur → rumoer; geruchten