Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. maatregel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for maatregel from Dutch to French

maatregel:

maatregel [de ~ (m)] nomen

  1. de maatregel (voorziening; schikking)
    la dispositions; la mesure; la résolution; l'arrêt du conseil municipal; la décision; la détermination; l'arrêté; le décret

Translation Matrix for maatregel:

NounRelated TranslationsOther Translations
arrêt du conseil municipal maatregel; schikking; voorziening beslissing; besluit; besluiten; raadsbesluit; regeringsbesluit
arrêté maatregel; schikking; voorziening afkondiging; beslissing; besluit; decreet; raadsbesluit; uitvaardiging
dispositions maatregel; schikking; voorziening gesteldheden
décision maatregel; schikking; voorziening beslissing; besluit; besluiten; raadsbesluit; resolutie
décret maatregel; schikking; voorziening aankondiging; afkondiging; bekendmaking; beslissing; besluit; besluiten; decreet; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; publikatie; raadsbesluit; regeringsbesluit; uitgave; uitgifte; uitvaardiging; verkondiging
détermination maatregel; schikking; voorziening bepaling; beslissing; beslistheid; besluit; besluiten; constatering; determinatie; gedecideerdheid; pertinentie; raadsbesluit; standvastigheid; stelligheid; vastberadenheid; vastbeslotenheid; vaststelling; woordgroep
mesure maatregel; schikking; voorziening Metrics; afmeten; afmeting; dimensie; duimstok; formaat; graad; gradatie; grootte; laag; maat; maateenheid; maatstaf; maatstok; mate; niveau; omvang; peil; plan; stand; toetssteen
résolution maatregel; schikking; voorziening beslissing; beslistheid; besluit; besluiten; doortastendheid; fermheid; gedecideerdheid; kordaatheid; opzet; pertinentie; plan; raadsbesluit; resolutie; standvastigheid; stelligheid; vastberadenheid; vastbeslotenheid; voornemen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
arrêté afsluitings-; gearresteerd; gestopt; gevangen; gevangen genomen; geïnterneerd; opgehouden; opgesloten; uitgescheiden; vastgezet

Related Words for "maatregel":

  • maatregelen, maatregels

Related Definitions for "maatregel":

  1. voorschrift waarmee je iets probeert te bereiken1
    • hij mag niet naar huis met de kerst, dat is een harde maatregel1

Wiktionary Translations for maatregel:

maatregel
noun
  1. iets dat wordt beslist om een doel te treffen
maatregel
noun
  1. Précaution, moyen qu’on prend pour arriver au but.

Cross Translation:
FromToVia
maatregel mesure Maßnahmezweckbestimmte Handlung