Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. opleiding:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opleiding from Dutch to French

opleiding:

opleiding [de ~ (v)] nomen

  1. de opleiding (schoolopleiding; scholing; vorming)
    l'éducation; la formation; la formation écolière; l'instruction
  2. de opleiding
    l'éducation

Translation Matrix for opleiding:

NounRelated TranslationsOther Translations
formation opleiding; scholing; schoolopleiding; vorming artsenpraktijk; bekwaming; dresseren; dressuur; educatie; ervaring; formatie; geestelijke vorming; kundig maken; onderwijs; onderwijswezen; ontplooiing; ontwikkeling; praktijk; routine; scholing; training; vooruitgang; vorming
formation écolière opleiding; scholing; schoolopleiding; vorming
instruction opleiding; scholing; schoolopleiding; vorming aanwijzing; bekwaming; bevelschrift; briefing; consigne; dienstorder; dresseren; dressuur; dwangbevel; educatie; geestelijke vorming; handleiding; instructie; kundig maken; lastbrief; lastgeving; lering; les; mandaat; onderricht; onderrichting; onderwijs; onderwijswezen; ontplooiing; ontwikkeling; opdracht; order; richtlijn; scholing; taak; training; uitleg; vooronderzoek; voorschrift; vooruitgang; vorming
éducation opleiding; scholing; schoolopleiding; vorming bekwaming; beschaven; cultiveren; dresseren; dressuur; educatie; geestelijke vorming; kundig maken; onderwerp; onderwijs; onderwijswezen; ontplooiing; ontwikkelen; ontwikkeling; opvoeding; opvoedkunde; pedagogie; scholing; subject; thema; thema van een boek; training; vooruitgang; vormen; vorming
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
instruction instructie

Related Definitions for "opleiding":

  1. school of cursus waar je iets leert1
    • hij volgt een opleiding voor automonteur1

Wiktionary Translations for opleiding:

opleiding
noun
  1. onderwijs|nld vorm van onderwijs
opleiding
noun
  1. action de former ou résultat de cette action.

Cross Translation:
FromToVia
opleiding entraînement training — training