Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. oprichter:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for oprichter from Dutch to French

oprichter:

oprichter [de ~ (m)] nomen

  1. de oprichter (grondlegger; stichter; oprichtster; stamvader; grondvester)
    le fondateur; la fondatrice; le créateur; l'instigateur; l'initiateur
  2. de oprichter (stichter; aanstichter)
    le fondateur; le créateur; le promoteur; l'instigateur; l'initiateur

Translation Matrix for oprichter:

NounRelated TranslationsOther Translations
créateur aanstichter; grondlegger; grondvester; oprichter; oprichtster; stamvader; stichter aanstichter; aanzetter; artdirector; auteur; creator; designer; instigator; maker; ontwerper; ontwerper van reclame; opstoker; reclameontwerper; schepper
fondateur aanstichter; grondlegger; grondvester; oprichter; oprichtster; stamvader; stichter aanstichter; aanzetter; instigator; opstoker
fondatrice grondlegger; grondvester; oprichter; oprichtster; stamvader; stichter
initiateur aanstichter; grondlegger; grondvester; oprichter; oprichtster; stamvader; stichter aanstichter; aanzetter; baanbreker; initiatiefnemer; initiator; inleider; instigator; opstoker; pionier; veroorzaker; voortrekker; wegbereider
instigateur aanstichter; grondlegger; grondvester; oprichter; oprichtster; stamvader; stichter aanstichter; aanzetter; belhamel; initiatiefnemer; instigator; opstoker; raddraaier; raddraaister; veroorzaker
promoteur aanstichter; oprichter; stichter bepleiter; bevorderaar; ijveraar; projectontwikkelaar; promotor; voorstander; voorvechter
ModifierRelated TranslationsOther Translations
créateur scheppend
instigateur instigerend

Wiktionary Translations for oprichter:


Cross Translation:
FromToVia
oprichter fondateur; fondatrice founder — one who founds, establishes, and erects; one who lays a foundation; an author

Related Translations for oprichter