Dutch

Detailed Translations for flakkeren from Dutch to French

flakkeren:

flakkeren verb

  1. flakkeren (vlammen; flikkeren)
    osciller; flamber; jeter des flambes; vaciller; trembloter
    • osciller verb (oscille, oscilles, oscillons, oscillez, )
    • flamber verb (flambe, flambes, flambons, flambez, )
    • vaciller verb (vacille, vacilles, vacillons, vacillez, )
    • trembloter verb (tremblote, tremblotes, tremblotons, tremblotez, )

Translation Matrix for flakkeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
flamber flakkeren; flikkeren; vlammen aanmaken; aansteken; aanstrijken; blakeren; branden; doen branden; doen ontvlammen; flamberen; in de fik steken; licht aansteken; ontsteken; opgebruiken; opkrijgen; oplaaien; opmaken; opvlammen; schroeien; verschroeien; verzengen; vuur maken; zengen
jeter des flambes flakkeren; flikkeren; vlammen
osciller flakkeren; flikkeren; vlammen bengelen; deinen; fluctueren; golven; heen en weer zwaaien; oscilleren; schommelen; slingeren; variëren; wankelen; wiebelen; wiegelen; wiegen; wriggelen; wrikken; zwaaien; zwenken
trembloter flakkeren; flikkeren; vlammen beven; bibberen; rillen; sidderen; trillen; vibreren
vaciller flakkeren; flikkeren; vlammen deinen; fluctueren; golven; heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; variëren; wankelen; wiegelen; wiegen; zwaaien; zwenken

Related Words for "flakkeren":


Wiktionary Translations for flakkeren:


flakkeren form of flakker: