Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. klaarkomen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for klaarkomen from Dutch to French

klaarkomen:

klaarkomen verb (kom klaar, komt klaar, kwam klaar, kwamen klaar, klaar gekomen)

  1. klaarkomen (ejaculeren)
    parvenir; éjaculer
    • parvenir verb (parviens, parvient, parvenons, parvenez, )
    • éjaculer verb (éjacule, éjacules, éjaculons, éjaculez, )

Conjugations for klaarkomen:

o.t.t.
  1. kom klaar
  2. komt klaar
  3. komt klaar
  4. komen klaar
  5. komen klaar
  6. komen klaar
o.v.t.
  1. kwam klaar
  2. kwam klaar
  3. kwam klaar
  4. kwamen klaar
  5. kwamen klaar
  6. kwamen klaar
v.t.t.
  1. ben klaar gekomen
  2. bent klaar gekomen
  3. is klaar gekomen
  4. zijn klaar gekomen
  5. zijn klaar gekomen
  6. zijn klaar gekomen
v.v.t.
  1. was klaar gekomen
  2. was klaar gekomen
  3. was klaar gekomen
  4. waren klaar gekomen
  5. waren klaar gekomen
  6. waren klaar gekomen
o.t.t.t.
  1. zal klaarkomen
  2. zult klaarkomen
  3. zal klaarkomen
  4. zullen klaarkomen
  5. zullen klaarkomen
  6. zullen klaarkomen
o.v.t.t.
  1. zou klaarkomen
  2. zou klaarkomen
  3. zou klaarkomen
  4. zouden klaarkomen
  5. zouden klaarkomen
  6. zouden klaarkomen
diversen
  1. kom klaar!
  2. komt klaar!
  3. klaar gekomen
  4. klaarkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for klaarkomen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
parvenir ejaculeren; klaarkomen aflopen; bedingen; bewerkstelligen; eindigen; fiksen; fixen; klaarspelen; lappen; slagen; succes hebben; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; voltooien; voor elkaar krijgen; voorbijgaan
éjaculer ejaculeren; klaarkomen ejaculeren; spuiten; uitspuiten

Wiktionary Translations for klaarkomen:


Cross Translation:
FromToVia
klaarkomen venir; jouir come — to orgasm
klaarkomen jouir; éjaculer; juter; venir cum — slang: have an orgasm; ejaculate
klaarkomen orgasme orgasm — the peak of sexual pleasure