Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. gehandicapt:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gehandicapt from Dutch to French

gehandicapt:

gehandicapt adj

  1. gehandicapt (invalide)

gehandicapt [znw.] nomen

  1. gehandicapt (arbeidsongeschikte; afgekeurde)

Translation Matrix for gehandicapt:

NounRelated TranslationsOther Translations
handicapé WAOer; afgedankte; afgekeurde; gehandicapte; invalide
infirme afgekeurde; arbeidsongeschikte; gehandicapt gehandicapte; invalide
personne incapable de travail afgekeurde; arbeidsongeschikte; gehandicapt
ModifierRelated TranslationsOther Translations
handicapé gehandicapt; invalide debiel; dement; idioot; imbeciel; zwakzinnig
infirme gehandicapt; invalide hulpbehoevend
invalide gehandicapt; invalide hulpbehoevend; impotent; onvolwaardig

Wiktionary Translations for gehandicapt:

gehandicapt
adjective
  1. met een lichamelijke afwijking
gehandicapt
adjective
  1. Atteint d’une infirmité (1):

Cross Translation:
FromToVia
gehandicapt handicapé; invalide disabled — having a physical disability
gehandicapt handicapé handicapped — having a handicap