Noun | Related Translations | Other Translations |
bénédiction
|
inauguratie; inhuldiging; initiatie; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst
|
felicitatie; gelukwens; gezegende toestand; heil; heildronk; heiliging; heilwens; inauguratierede; toost; voorspoed; wijding; zaligheid; zegen; zegenen; zegening
|
consécration
|
inauguratie; inhuldiging; initiatie; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst
|
aanhankelijkheid; affectie; devotie; doel; doeleinde; gehechtheid; genegenheid; heiliging; ijver; inzet; overgave; streven; toegewijdheid; toewijding; trouw; verknochtheid; wijding; zegening; zorgzaamheid
|
fête inaugurale
|
inauguratie; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst
|
inwijdingsfeest; inwijdingsfeestje
|
inauguration
|
inauguratie; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst
|
beëdiging; ingebruikname
|
initiation
|
inauguratie; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst
|
beëdiging; inauguratierede; ingebruikname
|
inititation
|
initiatie; inwijding
|
|
installation solennelle
|
inauguratie; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst
|
beëdiging; ingebruikname
|