Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ridderen:
  2. ridder:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ridderen from Dutch to French

ridderen:

ridderen verb (ridder, riddert, ridderde, ridderden, geridderd)

  1. ridderen (een onderscheidingsteken geven; decoreren; onderscheiden)
    distinguer; armer chevalier; décorer; descerner; recevoir chevalier; adouber; honorer de
    • distinguer verb (distingue, distingues, distinguons, distinguez, )
    • décorer verb (décore, décores, décorons, décorez, )
    • descerner verb
    • adouber verb (adoube, adoubes, adoubons, adoubez, )
    • honorer de verb

Conjugations for ridderen:

o.t.t.
  1. ridder
  2. riddert
  3. riddert
  4. ridderen
  5. ridderen
  6. ridderen
o.v.t.
  1. ridderde
  2. ridderde
  3. ridderde
  4. ridderden
  5. ridderden
  6. ridderden
v.t.t.
  1. ben geridderd
  2. bent geridderd
  3. is geridderd
  4. zijn geridderd
  5. zijn geridderd
  6. zijn geridderd
v.v.t.
  1. was geridderd
  2. was geridderd
  3. was geridderd
  4. waren geridderd
  5. waren geridderd
  6. waren geridderd
o.t.t.t.
  1. zal ridderen
  2. zult ridderen
  3. zal ridderen
  4. zullen ridderen
  5. zullen ridderen
  6. zullen ridderen
o.v.t.t.
  1. zou ridderen
  2. zou ridderen
  3. zou ridderen
  4. zouden ridderen
  5. zouden ridderen
  6. zouden ridderen
diversen
  1. ridder!
  2. riddert!
  3. geridderd
  4. ridderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ridderen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
adouber decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen
armer chevalier decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen
descerner decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen onderscheid maken; onderscheiden
distinguer decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen aanschouwen; bekijken; bemerken; bespeuren; een ereteken geven; gadeslaan; gewaarworden; horen; kijken; merken; observeren; onderscheid maken; onderscheiden; ontwaren; opmerken; signaleren; staren; turen; uit elkaar houden; uiteenhouden; voelen; waarnemen; zien
décorer decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen aankleden; bekleden; decoreren; make-up aanbrengen; opmaken; opschikken; opsieren; opsmukken; optooien; optuigen; optutten; overtrekken; stofferen; tooien; van bekleding voorzien; verfraaien; verluchten; versieren; versieringen aanbrengen; zich mooi maken; zich uitdossen; zich uitmonsteren
honorer de decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen
recevoir chevalier decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen

Related Words for "ridderen":


Wiktionary Translations for ridderen:

ridderen
Cross Translation:
FromToVia
ridderen → [[faire chevalier]] knight — to confer a knighthood upon

ridderen form of ridder:

ridder [de ~ (m)] nomen

  1. de ridder
    le chevalier; le cavalier; le cheval

Translation Matrix for ridder:

NounRelated TranslationsOther Translations
cavalier ridder cavalerie; cavalerist; paardrijder; rijder; ruiter; ruiterij; ruitertje; ruitervolk
cheval ridder cavalerie; knol; paard; ruiterij; ruitervolk
chevalier ridder cavalerie; ruiterij; ruitervolk

Related Words for "ridder":


Wiktionary Translations for ridder:

ridder
noun
  1. oorspronkelijk een bereden en bepantserde ruiter die de ridderslag ontvangen had
ridder
noun
  1. Celui qui avait reçu l’ordre de la chevalerie.

Cross Translation:
FromToVia
ridder chevalier knight — person on whom a knighthood has been conferred
ridder chevalier knight — warrior, especially of the Middle Ages