Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: hechting

Dutch and French Search Results for: hechting

Summary

Dutch to French: more detail...

hechting:
- attachement; suture; piqûre
Wiktionary:
- hechting → attache, point de suture, suture

Dutch

Detailed Translations for hechting from Dutch to French

hechting:

hechting [de ~ (v)] nomen

de hechting (vasthechting)
l'attachement
- attachement [le ~] nomen
de hechting (hechting van een wond)
la suture; la piqûre
- suture [la ~] nomen
- piqûre [la ~] nomen

Translation Matrix for hechting:

Noun	Related Translations	Other Translations
attachement	hechting; vasthechting	aanhankelijkheid; affectie; devotie; gehechtheid; genegenheid; ijver; inzet; overgave; toegewijdheid; toewijding; trouw; verknochtheid; zorgzaamheid
piqûre	hechting; hechting van een wond	injectie; injectienaald; injectiespuit; injectiespuitje; inspuiting; messteek; pijn in de zij; prik; spuit; spuitje; steek; stiksel
suture	hechting; hechting van een wond

Related Words for "hechting":

hechtingen

Wiktionary Translations for hechting:

hechting

noun

Dispositif de fixation des rails sur les traverses
- attache → bevestigingspunt; hechting
médecine|fr point de couture fait pour tenir réunis les bords d’une plaie.
- point de suture → hechting
anatomie|fr jointure de deux parties du crâne qui entrer l’une dans l’autre par des dentelures et qui paraissent comme coudre ensemble.
- suture → hechting; naad

Related Translations for hechting

hechting van een wond