Dutch

Detailed Translations for snelheid from Dutch to French

snelheid:

snelheid [de ~ (v)] nomen

  1. de snelheid (vaart; spoed; tempo; gang)
    la vitesse; l'urgence; la vitesse de conduite; la rapidité; la précipitation; le train
  2. de snelheid (vlugheid; vlotheid; vaart; )
    la rapidité; la vélocité; l'allure; la promptitude; la précipitation; la vitesse

Translation Matrix for snelheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
allure gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid aangezicht; aanzien; air; allure; buitenkant; draf; gang van een paard; gedaante; gelaat; in volle vaart; kwiekheid; rijsnelheid; tred; type; uiterlijk; vaart; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
promptitude gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid adremheid; bereidheid; bereidwilligheid; bijdehandheid; gereedheid; gevatheid; paraatheid; snedigheid; tijdigheid
précipitation gang; gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; spoed; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid bespoediging; gauwigheid; gedraaf; gehaast; gehaastheid; gehol; gejaag; gejaagdheid; gejacht; gejakker; haast; haastigheid; hels tempo; ijl; in razende vaart; noodgang; overhaasting; overijling; spoed; stress; urgentie; verhaasting; voorbarigheid
rapidité gang; gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; spoed; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid kwiekheid; schielijkheid; vlugheid
train gang; snelheid; spoed; tempo; vaart beloop; gevolg; hofhouding; rijsnelheid; sleep; spoortrein; trein
urgence gang; snelheid; spoed; tempo; vaart aandrang; aandrift; drang; drift; impuls; neiging; noodgeval; spoedgeval; urgentie
vitesse gang; gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; spoed; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid in volle vaart; kwiekheid; rijsnelheid; schakelinrichting; vaart; versnelling; vliegsnelheid
vitesse de conduite gang; snelheid; spoed; tempo; vaart rijsnelheid
vélocité gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid kwiekheid

Related Words for "snelheid":


Wiktionary Translations for snelheid:

snelheid
noun
  1. de verandering in de tijd van de plaats van een voorwerp
snelheid
noun
  1. façon d’aller, de marcher.
  2. Extrême promptitude, vivacité, rapidité avec laquelle on fait quelque chose.
  3. célérité, grande vitesse.
  4. allure, rapidité lors d’un mouvement.

Cross Translation:
FromToVia
snelheid vitesse GeschwindigkeitPhysik: Verhältnis von zurückgelegter Strecke zur dafür benötigten Zeit (Geschwindigkeit = Strecke/Zeit)
snelheid vitesse speed — rapidity
snelheid vitesse speed — rate of motion
snelheid vitesse velocity — rapidity of motion

snel:


Translation Matrix for snel:

NounRelated TranslationsOther Translations
alerte alarm; alert; hulpgeroep; hulpkreet; melding; noodkreet; noodsignaal; waarschuwing
rapide stroomversnelling; vluggerd
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- gauw; hard; vlug
AdverbRelated TranslationsOther Translations
facilement rap; snel; vlot; vlug aangenaam; comfortabel; eenvoudig; gedwee; gemakkelijk; geriefelijk; in een handomdraai; licht; lichtwegend; makkelijk; meegaand; moeiteloos; niet moeilijk; onderworpen; op rolletjes; simpel; vanzelf; volgzaam; zonder moeite
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
à la mode modieus
ModifierRelated TranslationsOther Translations
agile rap; snel; vlot; vlug behendig; bekwaam; briljant; clever; eenvoudig; gemakkelijk; handig; ingenieus; kien; knap; kundig; kunstig; licht; makkelijk; niet moeilijk; pienter; schrander; simpel; slim; snugger; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk
alerte flitsend; hip; modieus; snel; trendy; vlot ad rem; adrem; alert; bezet; bijdehand; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; energiek; geagiteerd; geanimeerd; gevat; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; oplettend; raak; slagvaardig; snedig; tierig; uitgeslapen; verhit; vief; vol fut; vrolijk; wakker
dernier cri flitsend; hip; modieus; snel; trendy; vlot courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon; heet van de naald; vers van de pers
facile à manier rap; snel; vlot; vlug gemakkelijk te hanteren; handelbaar; hanteerbaar
habile rap; snel; vlot; vlug adrem; bedreven; behendig; bekwaam; bijdehand; briljant; capabel; clever; competent; ervaren; fabelachtig; fantastisch; fysiek in staat; gaaf; geoefend; geschikt; gevat; handig; in staat; ingenieus; intelligent; kien; knap; krankzinnig; kundig; kunstig; pienter; raak; reuze; schrander; slim; snedig; snugger; te gek; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk; waanzinnig; wijs
impeccable flitsend; hip; snel; trendy; vlot brandhelder; brandschoon; briljant; correct; eersteklas; eersterangs; excellent; feilloos; foutloos; gaaf; gelikt; ideaal; keurig; kraakhelder; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; onverbeterlijk; opperbest; patent; perfect; picobello; piekfijn; puik; puntgaaf; smetteloos; subliem; superbe; tiptop; top; tot de beste klasse behorend; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; vlekkeloos; volmaakt; voortreffelijk; zuiver
leste rap; snel; vlot; vlug lichtvoetig; snelvoetig
lestement rap; snel; vlot; vlug
mondain flitsend; hip; modieus; snel; trendy; vlot aards; courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon; mondain; profaan; seculair; wereldlijk; werelds; wereldwijs
preste flitsend; hip; modieus; rap; snel; trendy; vlot; vlug
prestement flitsend; hip; modieus; rap; snel; trendy; vlot; vlug
prompt rap; snel; vlot; vlug aanstonds; abrupt; adrem; bij de pinken; bijdehand; clever; dadelijk; direct; eensklaps; flitsend; gauw; gevat; goochem; haastig; ijlings; ineens; kien; ogenblikkelijk; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onverwijld; onvoorzien; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; raak; schrander; slim; snedig; terstond; uitgeslapen; vlot; zo meteen
prompte rap; snel; vlot; vlug
promptement rap; snel; vlot; vlug abrupt; adrem; bijdehand; direct; eensklaps; gauw; gevat; gezwind; haastig; ijlings; ineens; ogenblikkelijk; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onverwijld; onvoorzien; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; raak; snedig; subiet
précipitamment rap; snel; vlot; vlug abrupt; eensklaps; gauw; gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; halsoverkop; ijlings; inderhaast; ineens; jachtig; onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; opeens; overhaast; overijld; plots; plotseling; plotsklaps; voorbarig
prêt rap; snel; vlot; vlug af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gekookt; genegen; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; lening; over; paraat; startklaar; uit; volbracht; voltooid; voorbij
qui est à flot rap; snel; vlot; vlug
rapide rap; snel; vlot; vlug flitsend; gauw; haastig; hardlopend; ijlings; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; rap; snellopend; snelwerkend; vingervlug; vlot; vluchtelings
rapidement rap; snel; vlot; vlug aanstonds; direct; flitsend; haastig; kortstondig; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; terloops; terstond; vlot; vluchtelings; vluchtig
super flitsend; hip; snel; trendy; vlot briljant; excellent; gigantisch; immens; kolossaal; patent; perfect; puik; reusachtig; reuzeleuk; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk; zeer groot
vif flitsend; hip; modieus; rap; snel; trendy; vlot; vlug actief; ad rem; adrem; alert; beweeglijk; bezet; bijdehand; bitter; bitter van smaak; blij; blijmoedig; dapper; dartel; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; erg; fel; ferm; flink; geagiteerd; gevat; hanig; heftig; hel; hevig; intens; intensief; kien; kittig; krachtig; levendig; levenskrachtig; levenslustig; moedig; monter; moreel sterk; onbeheerst; ongeblust; onstuimig; opgetogen; opgewekt; oplettend; pienter; pinnig; raak; scherp; scherpzinnig; slagvaardig; slim; snedig; snibbig; spits; spitsvondig; tierig; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; verhit; verwoed; vinnig; vitaal; vlijmend; vrolijk; wakker
vite rap; snel; vlot; vlug aanstonds; bijna; direct; dra; eerstdaags; gauw; haast; haastig; ijlings; nagenoeg; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; rap; schier; spoedig; terstond; vingervlug; weldra; welhaast
vive flitsend; hip; snel; trendy; vlot actief; ad rem; adrem; beweeglijk; bezet; bijdehand; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; fel; gevat; heftig; hevig; intens; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; raak; slagvaardig; snedig; tierig; verwoed; vrolijk; wakker
à la mode flitsend; hip; modieus; snel; trendy; vlot courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon; in de mode; modebewust; modegevoelig; mondain; werelds
à toute vitesse rap; snel; vlot; vlug
éveillé rap; snel; vlot; vlug adrem; bij de pinken; bijdehand; clever; geagiteerd; gevat; goochem; kien; levendig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; spits; spitsvondig; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; verhit

Related Words for "snel":


Synonyms for "snel":


Antonyms for "snel":


Related Definitions for "snel":

  1. met grote vaart1
    • Jan reed snel naar huis1
  2. wat niet veel tijd kost1
    • ik eet snel mijn bord leeg1

Wiktionary Translations for snel:

snel
adjective
  1. in korte tijd
snel
adjective
  1. Qui se meut avec vitesse
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
snel rapide fast — capable of moving with great speed
snel rapidement; vite fast — with great speed
snel rapide quick — moving with speed
snel rapidement; vite quickly — rapidly, fast
snel rapide rapid — Very swift or quick
snel fissa snappy — rapid and without delay
snel rapide; vite schnell — sich mit hoher Geschwindigkeit fortbewegend
snel rapide; vite zügig — mit großer Geschwindigkeit und ohne Unterbrechung

Related Translations for snelheid