Dutch
Detailed Translations for voogdij from Dutch to French
voogdij:
-
de voogdij (voogdijschap)
-
de voogdij (zeggenschap)
Translation Matrix for voogdij:
Noun | Related Translations | Other Translations |
autorité | voogdij; zeggenschap | autoriteit; autoriteiten; bevoegd zijn; bevoegdheid; bewind; deskundige; expert; gezag; gezaghebber; gezaghebbers; gezagsdrager; gezagsorgaan; gouvernement; heerschappij; instantie; kabinet; macht; openbaar gezag; overheid; regering; regeringsstelsel; regime; rijksbestuur; specialist; staatsbestel; vakkundige |
pouvoir | voogdij; zeggenschap | autoriteit; autoriteiten; bevoegd zijn; bevoegdheid; gezag; gezaghebbers; heerschappij; kracht; licentie; macht; mandaat; procuratie; vergunning; vermogen; volmacht |
son mot à dire | voogdij; zeggenschap | |
tutelle | voogdij; voogdijschap; zeggenschap | voogdijschap |
Verb | Related Translations | Other Translations |
pouvoir | iets mogen; in staat zijn; kunnen; mogen; vermogen |